Rechten, rolstoelhellingen, realiteit: kunst toegankelijk maken voor iedereen

8 min
Aan de linkerkant kijkt een man met zijn handen achter zijn rug naar een muur waar drie rood-zwarte abstracte afbeeldingen hangen. Rechts van hem kijkt een man in een rolstoel via zijn telefoon naar een van de schilderijen.

"Iedereen heeft het recht om vrij deel te nemen aan het culturele leven, te genieten van kunst en te delen in wetenschappelijke vooruitgang en de voordelen ervan."

Het feit dat iets een recht is, maakt het nog geen werkelijkheid. Als je schrikt van deze zin, is dat niet erg. Dat is juist de bedoeling. Dat betekent dat je weet dat het waar is, ook al zou je willen dat het niet zo was. Er zijn ontzettend veel redenen waarom je niet van kunst kunt genieten op de manier die je eigenlijk voor ogen had. Je werkdagen zijn lang of je werkt in ploegendiensten waardoor je niet naar de voorstellingen of tentoonstellingen kunt gaan die je graag zou willen bekijken. Je bent financieel niet in staat om af te reizen naar een galerij of museum met je gezin. Je hebt een handicap die voor obstakels zorgt in het ervaren van kunst. Maar eigenlijk is het voor veel mensen een combinatie van alle drie.

Volgens een schatting van de Wereldgezondheidsorganisatie heeft 16% van de wereldbevolking een handicap. Dat zijn 1,3 miljard mensen. Je zou dus denken dat we inmiddels een punt hebben bereikt waarop 'het culturele leven' ook toegankelijk zou moeten zijn voor mensen met een handicap, maar daar wordt nog steeds hard aan gewerkt om verschillende redenen. Soms spelen er praktische zaken. Soms komt het door het financiële plaatje. Maar ook het gebrek aan kennis speelt een rol. Dit maakt het heel frustrerend voor degenen die gewoon willen genieten van hun favoriete kunst, maar dit niet kunnen doen door iets waar zij zelf geen invloed op hebben.

De toegankelijkheid van kunst is in twee delen op te delen: de ruimte waar de kunst zich bevindt en de kunst zelf. Voor sociaal kunstenaar Dan Thompson speelt dit een belangrijke rol in het creëren van toegankelijkheid. "Kunstenaars moeten worden uitgedaagd", zegt hij. "Ik denk dat we een cultuur nodig hebben waarin, met name in door de overheid gefinancierde organisaties, kunstenaars wordt verteld: 'Ja, je kunt je werk hier tentoonstellen, maar dit zijn de vereisten waar het aan moet voldoen.'" Hij wil hiermee zeggen dat een kunstwerk op zichzelf gebaseerd moet zijn op toegankelijkheid. Er moet voor mensen met een handicap de mogelijkheid zijn om het kunstwerk te ervaren. Voorbeelden hiervan zijn installaties die toegankelijk zijn via treden of tunnels. Of werk dat fel verlicht wordt of onverwachte harde geluiden maakt. Dan is van mening dat het niet voldoende is om bezoekers te waarschuwen dat deze werken eraan komen.

Een hand raakt een in braille geschreven bord aan.

Braille helpt blinden en slechtzienden op allerlei manieren onafhankelijk te zijn. In musea en galerieën kan braille worden gebruikt voor bordjes bij een kunstwerk, maar ook voor bijbehorende literatuur of lidmaatschapsformulieren.

Dan is lid van de Turner Contemporary Access Group en maakt deel uit van een team dat de curators en managers adviseert bij de beroemde Turner Contemporary-galerij in Margate, Verenigd Koninkrijk. "We zijn een groep mensen met veel verschillende toegankelijkheidsbehoeften en zijn allemaal zeer eerlijk en openhartig", legt hij uit. "Turner geeft ons toestemming om in een vroeg stadium dingen ter discussie te stellen. We zien de tentoonstellingen in modelvorm of in CAD [Computer Aided Design] maanden voordat het publiek ze kan bezoeken. Op dat moment kunnen wij nog een verschil maken." Hij erkent dat niet elk kunstwerk volledig toegankelijk kan worden gemaakt ("Een van onze groepsleden is doof en hij zegt soms: 'Het is een geluidsstuk, natuurlijk kan ik het niet horen. Dat accepteer ik'."), maar doordat de Access Group er in een vroeg stadium bij betrokken wordt, kan er rekening worden gehouden met de behoeften van alle bezoekers en leren kunstenaars en curators wat er nodig is om tentoonstellingen toegankelijk te maken. "Vaak is het heel eenvoudig", zegt hij. "Als je bijvoorbeeld een film op een scherm laat zien, moet er licht op de vloer schijnen, zodat je de ruimte gemakkelijk kunt betreden. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat het geluid van de ene galerij niet in een andere galerij te horen is. We willen altijd graag dat er stoelen met rugleuningen aanwezig zijn in plaats van de banken die vaak worden gebruikt in galerieën."

Natuurlijk is de Turner Contemporary ook een modern gebouw dat is gebouwd om te voldoen aan de wettelijke vereisten voor toegankelijkheid, met traploze toegang en standaard ingebouwde liften. Net als de overgrote meerderheid van de instellingen bieden ze ook verschillende toegankelijkheidsopties voor rolstoelgebruikers en mensen die auditieve, visuele en zintuiglijke ondersteuning nodig hebben. Maar wat kunnen galerieën nog meer doen naast hellingen, liften, detectielussen en prikkelarme bezoeken om rekening te houden met de beperkingen van mensen? Tegenwoordig zijn aanpassingen vaak gebaseerd op het medische model van handicaps dat zegt dat mensen gehandicapt zijn vanwege hun beperkingen of verschillen. Er worden dan 'oplossingen' bedacht voor bestaande ruimten. Maar in de toekomst moet er gekeken worden naar het sociale model, waarin obstakels worden verwijderd in plaats van dat er 'oplossingen' worden toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan de knipperende waarschuwingslampjes die je weleens hebt gezien. Zijn die lampjes echt nodig?

Ik ben vaak aan huis gebonden, maar onlangs hield een groep autistische kunstenaars en kunstenaars met een leerachterstand een tentoonstelling in Oxford en zij deden dit niet alleen fysiek, maar ook online via Zoom. Dat vond ik echt toegankelijk."

Dit vereist een compleet nieuwe manier van denken, een manier die Ross Hopcraft in zijn praktijk heeft ingebouwd vanwege de aard van zijn werk. Tegenwoordig is hij Creative Director voor PR-gigant Hill+Knowlton, maar hij is gespecialiseerd in het creëren van ervaringen en heeft dit twintig jaar gedaan in de publieke sector. Het gevolg hiervan is dat Ross niet kan begrijpen dat je de kans niet grijpt om een verhaal te vertellen dat alle gebruikers kunnen volgen. Dit zorgt juist voor een toegankelijkere ervaring. "Ik heb aan veel projecten gewerkt waarbij ik samen met een architect aan de slag ging met het vertellen van een verhaal in een driedimensionale ruimte, maar altijd met toegankelijkheid als belangrijkste pijler", zegt hij. "Het gaat niet alleen om het installeren van zowel hellingen als trappen. Je moet bedenken waarom we geen hellingen kunnen hebben in plaats van trappen. Maak die reis vervolgens voor iedereen de meest interessante reis. Maak gebruik van geuren, geluiden, texturen en temperaturen. Kies verschillende elementen die de ervaring van iedereen verbetert. Jouw route naar gelijkwaardigheid in een ruimte moet onzichtbaar en nuttig zijn voor iedereen."

Hij voegt er echter aan toe dat de vereisten voor tentoonstellingen in de particuliere sector heel anders kunnen zijn, omdat ze vaak binnen een zeer beperkte periode aan één doelstelling moeten voldoen. "Hun prioriteit is met name om hun boodschap naar buiten te brengen. Ik ben heel benieuwd of gehandicaptenorganisaties een verschil zien in vereisten voor commerciële merkervaringen en ervaringen in culturele instellingen." Hoewel het wettelijk verplicht is om tijdelijke tentoonstellingen toegankelijk te maken, kunnen deze vaak niet worden onderworpen aan hetzelfde niveau van toezicht of normen als een permanent gebouw, waardoor deze pop-upervaringen mogelijk een groot aantal gehandicapten uitsluiten.

De borstkas van een persoon in een jas met rits, met een groen koord versierd met zonnebloemen.

Niet alle handicaps zijn zichtbaar en veel instellingen verdiepen zich in de verschillende manieren om hun ruimtes inclusief te maken voor hoogsensitieve bezoekers.

Natuurlijk is het een privilege om je eigen ruimte te kiezen of te (laten) bouwen. Maar wat gebeurt er als je instelling al behoort tot de meest bekende culturele instellingen van het land? Het wereldberoemde Mauritshuis in Den Haag verwelkomt jaarlijks ongeveer een half miljoen kunstliefhebbers en ontwikkelt voortdurend sterke toegankelijkheidsgerichte programma's en projecten. Het team is zich bewust van de beperkingen van hun 17e-eeuwse gebouw en krijgt dagelijks te maken met de uitdagingen op het gebied van toegankelijkheid in een historisch gebouw. "We doen ons uiterste best", legt Walther van den Heuvel, hoofd educatie en programmering, uit. "Maar je krijgt te maken met een aantal obstakels als je zo'n oud gebouw hebt. We ontdekken voortdurend nieuwe mogelijkheden."

De galerie biedt bijvoorbeeld alternatieve rolstoelen voor bezoekers met een eigen stoel die te breed is om bepaalde delen van het gebouw binnen te gaan. Hun gidsen zijn ook gekwalificeerd om te voldoen aan de behoeften van een breed scala aan bezoekers. "Sommigen zijn getraind om neurodivergente kunstliefhebbers rond te leiden die mogelijk last hebben van sensorische verwerkingsproblemen en snel overweldigd raken", legt Walther uit. "En we hebben een speciale rondleiding voor mensen met Alzheimer. We werken samen met verzorgingstehuizen die met hun bewoners naar het Mauritshuis komen." Sommige gidsen krijgen ook de mogelijkheid om gebarentaal te leren en natuurlijk staat het Mauritshuis ook bekend om het maken van ongelooflijke tactiele replica's van oude meesters met de Elevated Print-technologie van Canon. Sinds het Mauritshuis hiermee is begonnen, hebben duizenden mensen de kans gekregen om wereldberoemde schilderijen te voelen, waaronder het Portret van een oude man van Rembrandt, Het puttertje van Carel Fabritius en, onlangs toegevoegd, het prachtige Meisje met de parel van Vermeer.

"Ik ben fysiek in staat om naar galerieën te gaan en ik vind ze geweldig, omdat het vaak rustige, inspirerende ruimtes zijn met zacht licht. Maar ik heb onlangs een eigentijdse tentoonstelling bijgewoond, waar een kunstwerk helemaal uit fel wit licht bestond en dit fysieke pijn bij mij veroorzaakte. Met een eenvoudige waarschuwing had mijn zintuiglijke pijn vermeden kunnen worden."

Maar als gehandicapte bezoeker in een gebouw worden verwelkomd, is slechts het halve werk. Zelfs als de ruimte echt toegankelijk is in fysieke zin, is er toch nog geen sprake van evenwichtigheid als er geen gehandicapten reeds aanwezig zijn? Vertegenwoordiging is belangrijk en het regelmatig opnemen van werk van gehandicapte kunstenaars in de collectie is van cruciaal belang als we echte gelijkwaardigheid in het culturele leven willen creëren.

Uit een recent rapport van Disability Arts International bleek echter dat slechts 28% van de ondervraagde kunstlocaties en festivals regelmatig werk van gehandicapte kunstenaars presenteert of ondersteunt. Een aanzienlijk deel van de ondervraagden doet dit dus überhaupt niet. Dit ondanks het feit dat hun publiek duidelijk gehandicapte mensen omvat. Wereldwijd is de vertegenwoordiging zo laag dat het in het nieuws kwam toen het San Francisco Museum of Modern Art vorig jaar meer dan 100 werken van gehandicapte kunstenaars kocht.

Zie je vanuit een iets ander perspectief niet de ware prioriteiten van een instelling wanneer gehandicapte mensen overal worden vertegenwoordigd? Bij de ticketbalie en recepties, maar ook in functies als programmeur, curator of andere rollen die een kunstinstelling draaiende houden. Op die plekken moeten blokkades worden opgeheven die de onafhankelijkheid en keuzes van gehandicapten in de weg staan. En als werknemers zijn dit de mensen die de verandering van binnenuit blijven stimuleren.

Het is 2024. We leven in een informatiewereld. De hulpmiddelen en richtlijnen voor instellingen en organisaties zijn gemakkelijk te raadplegen. Maar nog belangrijker: gehandicapten moeten worden geworven, vertegenwoordigd en gehoord. De Turner Contemporary Access Group vraagt de curatoren welke richting zij op willen met een tentoonstelling, en het Mauritshuis biedt gidsen specialistische trainingen. Zo begint het gebruik van het sociale model van handicaps in elke situatie. Het gaat verder met veranderingen in attitudes, beleid en praktijken, het compromisloze gebruik van universeel ontwerp en de principes die Ross al tien jaar op zijn praktijk als ontwerper toepast. Bij elk aspect wordt uitgebreid stilgestaan om vanaf het begin af aan een ruimte te creëren die voor iedereen werkt. "Als iets werkt, moet het niet opvallen", zegt hij.

Iedereen moet op de kunst letten. De expressie van iemand anders ervaren. Het verbindt ons met onze cultuur, stimuleert nieuwe ideeën, daagt ons uit, brengt ons nieuwe kennis bij en verbreedt onze perspectieven. Door kunst leren we kritisch te denken en stimuleren we empathie. En bovenal heeft het de kracht om een uniek gevoel in ons op te roepen dat door bijna niks anders kan worden opgeroepen. Kortom: het is onze kunst die ons menselijk maakt. En daarom moet kunst inclusief zijn en moet er voor dit recht worden gevochten.

Verwant