Enveloppen plaatsen in de achterste lade

ID veelgestelde vraag: 8201135800

Release datum: 22 juli 2011

Oplossing

U kunt afdrukken op DL-enveloppen (Europa) en #10-enveloppen (VS).
Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerbesturingsbestand.


IMPORTANT
  • U kunt alleen met een computer afdrukken op enveloppen.
  • De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Deze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of ertoe leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.

- Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
- Enveloppen met een dubbele (of zelfklevende) klep
- Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken

1. Bereid enveloppen voor.

  • Druk de hoeken en randen van de enveloppen omlaag om deze zo plat mogelijk te maken.


  • Als de enveloppen gekruld zijn, houdt u de tegenoverliggende hoeken vast en buigt u deze voorzichtig in de tegengestelde richting.


  • Als de klep van de envelop is gevouwen, maakt u deze plat.
  • Gebruik een pen om de bovenrand van de envelop in de invoerrichting plat te strijken en de vouw scherper te maken.


Hierboven ziet u een zijaanzicht van de bovenrand van de envelop.

IMPORTANT
  • De enveloppen kunnen vastlopen in het apparaat als ze niet plat zijn of als de hoeken niet zijn uitgelijnd. Zorg ervoor dat het papier niet meer dan 3 mm (0,1 inch) is opgekruld of opgebold.

2. Plaats enveloppen.
(1) Open de papiersteun, til deze omhoog en duw deze naar achteren.
(2) Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit.

(3) Schuif de papiergeleiders (A) open en plaats de enveloppen in het midden van de achterste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR U TOE GERICHT.
De gevouwen klep van de envelop bevindt zich naar beneden gericht aan de linkerzijde.
Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
(4) Schuif de papiergeleiders (A) tegen de zijkanten van de enveloppen aan.
Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen de enveloppen. De enveloppen worden dan misschien niet goed ingevoerd.

(B) Achterzijde
(C) Adreszijde


REFERENCE
  • Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering maximumcapaciteit (D).



REFERENCE
Nadat u enveloppen hebt geplaatst
  • Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.

Geschikte modellen

  • PIXMA MG5340
  • PIXMA MG5350

Hebt u in dit artikel het antwoord op uw vraag gevonden?