Als u gaat afdrukken vanaf een computer, kunt u een pincode instellen voor een document. Het document blijft dan in het geheugen van het apparaat staan en wordt pas afgedrukt wanneer op het bedieningspaneel van de machine de juiste pincode is ingevoerd. Deze functie wordt "Beveiligd afdrukken" genoemd en het document dat u beveiligt met een pincode wordt een "beveiligd document" genoemd. Met deze functie kunt u voorkomen dat vertrouwelijke documenten onbeheerd bij het apparaat blijven liggen. U kunt de functie Beveiligd afdrukken pas gebruiken wanneer u enkele procedures hebt voltooid.

Instellingen configureren voor Beveiligd afdrukken

Zorg ervoor dat Beveiligd afdrukken is ingeschakeld in het printerstuurprogramma.

1. Open de printermap.
2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].

3. Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen] en zorg ervoor dat het selectievakje [Gebruik van Beveiligd afdrukken toestaan] is ingeschakeld.

• Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, is Beveiligd afdrukken ingeschakeld.
• Schakel het selectievakje in als het niet is ingeschakeld en klik vervolgens op [OK].

Een beveiligd document van een computer naar de machine sturen

1. Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.

• De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de instructiehandleiding van de applicatie die u gebruikt.

2. Selecteer het printerstuurprogramma voor het apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].

3. Selecteer [Beveiligd afdrukken] bij [Uitvoermodus].

• Klik op [Ja] of [Nee] in het pop-upscherm [Informatie].
• Als u telkens opnieuw dezelfde gebruikersnaam en pincode wilt gebruiken, klikt u op [Ja]. Als u steeds een andere gebruikersnaam en pincode wilt gebruiken, klikt u op [Nee].

Als u [Ja] hebt geselecteerd
Voer de gebruikersnaam voor [Gebruikersnaam] en de pincode voor [Pincode] in en klik op [OK].

• De computernaam (aanmeldingsnaam) van uw computer wordt weergegeven in [Gebruikersnaam]. Als u de gebruikersnaam wilt wijzigen, voert u maximaal 32 alfanumerieke tekens in voor een nieuwe gebruikersnaam.
• Voer de pincode van maximaal zeven cijfers in.

4. Geef de afdrukinstellingen op en klik op [OK].

• Klik op de tabbladen [Algemene instellingen], [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] of [Kwaliteit] als u de afdrukinstellingen in elk van de schermen wilt opgeven. Zie voor meer informatie de "e-Handleiding" (HTML-handleiding) op de dvd-rom die bij het apparaat wordt geleverd.

5. Klik op [Afdrukken] of op [OK].

Nadat het beveiligde document naar het apparaat is verzonden, blijft het document in het geheugen wachten om te worden afgedrukt.
Als u [Nee] hebt geselecteerd bij stap 3
Voer de [Documentnaam], [Gebruikersnaam] en [Pincode] in en klik op [OK].

• De documentnaam wordt automatisch ingesteld op basis van de informatie uit de applicatie. Voer met maximaal 32 alfanumerieke tekens een nieuwe documentnaam in, als u de documentnaam wilt wijzigen.
• De naam van de computer of de inlognaam wordt weergegeven. Voer met maximaal 32 alfanumerieke tekens een nieuwe gebruikersnaam in, als u de gebruikersnaam wilt wijzigen.
• Voer de pincode van maximaal zeven cijfers in. De ingevoerde pincode wordt weergegeven in symbolen.

Beveiligde documenten afdrukken

Als u een beveiligd document naar het apparaat hebt verstuurd, moet u het document binnen 30 minuten afdrukken. Wanneer die tijd is verstreken, wordt het document verwijderd uit het geheugen van het apparaat en kunt u het niet meer afdrukken.

1. Druk op en tik op <Beveiligde afdruk>.

• U kunt niet doorgaan naar de volgende stap als het scherm <Scanner op afstand> dat u hieronder ziet, wordt weergegeven. Sluit in dat geval het scherm door op te drukken en tik weer op <Beveiligde afdruk>.

2. Selecteer het beveiligde document dat u wilt afdrukken.


Als het scherm <Selecteer gebruiker> wordt weergegeven

• Als beveiligde documenten van twee of meer gebruikers in het geheugen staan, wordt het scherm <Selecteer gebruiker> weergegeven voorafgaand aan het scherm <Selecteer bestand>. Selecteer uw gebruikersnaam.

3. Voer de pincode in met de numerieke toetsen en tik op <Toepassen>.

• Het afdrukken begint.
• Tik, als u het afdrukken wilt annuleren, op <Annuleren><Ja>.

De periode wijzigen waarna beveiligde documenten worden verwijderd

De standaardinstelling van het apparaat is dat beveiligde documenten 30 minuten na ontvangst in het geheugen, worden verwijderd als ze nog niet zijn afgedrukt. U kunt deze instelling echter wijzigen.
1. Druk op en tik op <Menu>.
2. Tik op <Instellingen Systeembeheer>.

• Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u met de numerieke toetsen de juiste combinatie van ID en pincode in. Druk vervolgens op . Zie voor meer informatie de "e-Handleiding" (HTML-handleiding) op de dvd-rom die bij het apparaat wordt geleverd.

3. Tik op <Instellingen beveiligde afdruk>.
4. Tik op <Aan>.

Beveiligd afdrukken uitschakelen

• Tik op <Uit> en start het apparaat opnieuw op.

5. Geef op hoe lang beveiligde documenten in het geheugen van het apparaat moeten blijven en tik op <Toepassen>.

• Tik met / of de numerieke toetsen de tijd in.
• Het beveiligde document wordt uit het geheugen van de machine geweest wanneer de opgegeven tijd is verstreken.

6. Start het apparaat weer op.

• Schakel het apparaat uit, wacht ten minste 10 seconden en schakel het weer in.

• i-SENSYS MF623Cn
• i-SENSYS MF628Cw
• i-SENSYS MF724Cdw
• i-SENSYS MF728Cdw
• i-SENSYS MF729Cx