Fotograferen in het donker mag dan lastig lijken, Lorenz Holder gaat deze uitdaging met plezier aan. De Canon Ambassador en Redline Challenge-mentor staat bekend om zijn kunstzinnige sportfoto's, maar hij wordt net zozeer geïnspireerd door een locatie als door de actie. Hij denkt goed na over hoe de tijd van de dag en het jaar een scène kan versterken en kiest regelmatig voor omstandigheden met weinig licht, omdat hij dan zelf meer controle kan uitoefenen.
Er zijn allerlei benaderingen die je kunt uitproberen wanneer je de Redline Challenge Light in the Dark aangaat. Hier onthult Lorenz zijn favoriete technieken om je creativiteit te stimuleren en je te helpen bij weinig licht betere foto's te maken.
ARTIKEL
Redline Challenge: tips & tricks om 'light in the dark' te fotograferen
1. Breng omgevingslicht in balans met flitslicht voor professionele foto's
Een zonsondergang is een fantastisch moment om te fotograferen, want het licht maakt je foto's boeiender en kleurrijker. Maar je moet je opstelling ruim van tevoren klaar hebben staan, want het licht verandert snel. Je moet ook flexibel zijn. "Wacht op geschikt weer en pas je opnameplan aan de omstandigheden aan", adviseert Lorenz. "Het is vaak gebeurd dat ik tijdens het verkennen van een locatie zag dat de zonsondergang perfect was. Dan moet je meteen fotograferen, anders mis je het moment."
Voor volledige creatieve controle van de camera-instellingen tijdens het fotograferen met flitser bij zonsondergang, raadt Lorenz aan om handmatig te belichten. Tenzij de flitser klein is of heel ver van het onderwerp staat, houdt hij de ISO laag om de beste beeldkwaliteit te krijgen. Dan stelt hij het diafragma in om de sporter met de flitser goed te belichten en de gewenste scherptediepte te bereiken.
"Ik werk het liefst met een kleiner diafragma", legt Lorenz uit. "Als je het te groot maakt (bijvoorbeeld, f/2.8) en flitslicht gebruikt, wordt het beeld onnatuurlijk, alsof iemand in de studio voor een poster van een zonsondergang staat."
Als vuistregel maakt Lorenz de achtergrond ongeveer -2EV donkerder dan het onderwerp dat door de flitser wordt belicht, zodat het onderwerp eruit springt. Maar omdat elke scène anders is en de afstand tussen de flitser en het onderwerp varieert, begin je vaak met proberen en corrigeren.
Lorenz raadt je aan wat proefopnamen te maken, met verschillende instellingen, en die op je camerascherm te controleren. "Je moet gewoon foto's uitproberen en kijken hoe die eruitzien. De schermen op Canon-camera's zijn heel goed en als je een touchscreen hebt, dan kun je inzoomen met je vingers om te zien of het beeld krachtig is en hoe de details worden weergegeven."
Doe mee aan de Redline Challenge
2. Geef actiefoto's snelheid met langzame synchronisatie
Als je foto's bij weinig licht een opvallend, bijna surreëel effect wilt geven, overweeg dan om flitslicht te combineren met een langzame sluitertijd. Het resultaat is een indrukwekkend beeld dat niet alleen je onderwerp bevriest, maar ook bewegingen als een waas vastlegt. De onderliggende techniek komt overeen met het met flitslicht fotograferen van een onderwerp bij zonsondergang. De belichting van het onderwerp hangt af van de flitssterkte, diafragma-instelling en ISO-waarde, terwijl de sluitertijd zowel de helderheid van de achtergrond als hoeveelheid zichtbare beweging bepaalt.
"Je bevriest actie niet met de sluitertijd, zoals je bij daglicht zou doen, je bevriest de actie met de flitser", aldus Lorenz. "En dankzij de langere sluitertijd krijg je meer omgevingslicht. Met de sluitertijd bepaal je hoeveel er te zien is in de achtergrond, dus als je meer details wilt, dan belicht je iets langer."
Flitsen op het tweede gordijn, dat wil zeggen dat de flitser afgaat aan het einde van een lange sluitertijd, is populair in actiefotografie, omdat het een vervaagd spoor achter het geflitste onderwerp geeft, niet ervoor, waardoor het resultaat er natuurlijker uitziet. Toch raadt Lorenz aan om bij langere sluitertijden te flitsen op het eerste gordijn, omdat je dan het moment waarop het onderwerp wordt vastgelegd preciezer kunt bepalen. "Ik wil de actie bevriezen wanneer ik de ontspanknop indruk", zegt hij. "Als dit gebeurt wanneer het tweede gordijn sluit, dan heb ik geen controle, omdat ik niet weet waar de sporter is wanneer de flitser afgaat."
Een statief is essentieel om de achtergrond tijdens een lange sluitertijd scherp te houden, maar Lorenz zet zijn camera altijd op een statief, ongeacht de sluitertijd. "Ik weet dat ik met deze camera bij weinig licht uit de hand kan fotograferen, maar wanneer je actie fotografeert, verlies je al snel het kader. Dus ik probeer alles vast te zetten voordat ik begin."
3. Gebruik een lange sluitertijd om op foto's met een nachtelijke hemel tijd en ruimte vast te leggen
Een andere manier om actiefoto's in het donker indrukwekkender te maken is 's nachts fotograferen en ook de sterren vast te leggen. Net als bij de andere technieken moet je de flitser instellen, zodat het onderwerp op de voorgrond goed wordt belicht voor de gekozen diafragma- en ISO-waarden, terwijl de sluitertijd bepaalt hoe de hemel eruitziet.
Als je fotografeert met een korte sluitertijd (minder dan 30 seconden), dan worden de sterren als stipjes vastgelegd. Maar als je de sluitertijd verlengt, zie je verbluffende sterrensporen. "Ik heb een foto die ik midden in de natuur heb gemaakt tijdens een pikzwarte nacht zonder lichtvervuiling", herinnert Lorenz zich. "Ik gebruikte de flitser om de actie te bevriezen en daarna moest ik nog 10 of 15 minuten wachten, zodat de camera de sterrensporen kon registreren. Deze zelfde techniek gebruik ik ook voor de zonsondergangsfoto's, maar in plaats van twee seconden duurt de belichting nu een paar minuten."
Redline Challenge: aan de slag met Light in the Dark
Als je een belichting van meer dan 30 seconden wilt bereiken, moet je de Bulb-instelling van je camera gebruiken: zoek de B op het programmakeuzewiel of selecteer de handmatige modus en blader door de sluitertijden totdat je de optie BULB bereikt.
Welke techniek je ook gebruikt, Lorenz raadt aan dat je alle mogelijkheden openhoudt en nadenkt over de verschillende technieken die je kunt gebruiken om het potentieel van een scène ten volle te benutten. "Fotografie lijkt een beetje op koken", zegt hij. "Je hebt een dik boek vol bekende, vertrouwde technieken, maar soms denk je, 'O ja, dat zou perfect zijn' en experimenteer je met iets nieuws. Je moet proberen het potentieel van een scène te doorgronden en dan de belichting gebruiken om het recept aan te passen. Ik denk dat je het goed met koken kunt vergelijken."