Daniël Nelson reisde 20.000 km door Afrika met zijn Canon EOS 6D

Voordat hij aan zijn studie Internationale betrekkingen begon, wilde de jonge wildlifefotograaf Daniël Nelson op avontuur. In Afrika was zijn passie voor fotografie gewekt; zijn vader nam hem mee naar Zambia toen hij nog maar zes jaar oud was, om wildlife in hun natuurlijke leefomgeving te bekijken, en dus besloot hij terug te keren naar Afrika. Gewapend met zijn Canon EOS 6D en twee objectieven reisde hij met het openbaar vervoer van noord naar zuid over het continent, op zoek naar verhalen over natuurbehoud en wildlife.

"Ik wilde graag een echt grote reis maken naar gebieden die niet vaak worden bezocht en dingen zien die nog nauwelijks gedocumenteerd waren", vertelt Daniël. "Ik kwam op het idee om per openbaar vervoer van Amsterdam naar Kaapstad te reizen, langs de westkant van Afrika. Er zijn zo veel landen, zoals Sierra Leone, Togo, Kameroen, Congo of Angola, waar je boeiend wildlife en unieke culturen vindt die zelden gefotografeerd zijn, of die veel minder aandacht krijgen dan bijvoorbeeld landen als Kenia en Zuid-Afrika. Dus pakte ik mijn rugzak en reisde acht maanden over het Afrikaanse continent."

Hier vertelt Daniël ons over zijn reizen met zijn Canon EOS 6D en de fototechnische uitdagingen die hij onderweg tegenkwam. Ook deelt hij zijn beste tips en technieken voor reisfotografie.

Daniël was altijd al gek op wildlifefotografie en maakte over de hele wereld natuurfoto's, maar ook dichter bij huis, in Nederland. Nadat hij op 18-jarige leeftijd op stormachtige wijze in de publiciteit kwam als winnaar van de Young Wildlife Photographer of the Year award 2017 - met een foto die hij op 16-jarige leeftijd had gemaakt - bereikte Daniël successen waarvan veel fotografen die twee keer zo oud zijn, alleen maar kunnen dromen.

"Als jonge fotograaf is dat de grootste eer die je kunt krijgen", zegt hij. "Daardoor werd ik bekend. Mensen gingen me benaderen en kenden mijn werk, wat niet vaak gebeurt wanneer je als fotograaf onder de 18 bent, want je hebt nog geen carrière gemaakt. Het was dus een heel mooi platform."

Guinee was beslist een hoogtepunt. "Het is een van de minst bezochte landen ter wereld, maar de natuur is er absoluut magnifiek. Er zijn enorme watervallen, indrukwekkende bergen en chimpansees", vertelt hij. "Waar je ook naartoe gaat, je bent een van de eersten die er komt, dat was een mooie verrassing - een verborgen parel."

Hoewel veel landen in West- en Centraal-Afrika weinig toeristische infrastructuur hebben, werd Daniël regelmatig uitgenodigd bij mensen thuis en kreeg hij een lift, maaltijd of gids aangeboden. "Van veel plekken in die landen zul je verrast opkijken", zegt hij.

Op bepaalde momenten tijdens zijn reis werd hij vergezeld door vrienden en familieleden, maar het leeuwendeel van de acht maanden reisde hij alleen, met een rugzak van 25 kg, met daarin een slaapzak, levensmiddelen, medicijnen en niet meer dan drie shirtjes en twee broeken. Om zo weinig mogelijk bagage bij zich te hebben, nam hij alleen zijn Canon EOS 6D mee, waarmee hij al sinds 2014 fotografeerde, en een Canon EF 24-105mm f/4L IS II USM-objectief en een Canon EF 100-400mm f/4.5-5.6L IS II USM-objectief.

"Het Canon EF 100-400mm f/4.5-5.6L IS II USM-objectief was fantastisch." zegt hij. "Ik had een langer teleobjectief nodig, want in parken waar dieren niet gewend zijn aan mensen, kun je nooit dichtbij komen. Het is dus fijn om een teleobjectief te hebben voor de lange afstand. Voor landschappen en mensen gebruikte ik het EF 24-105mm f/4L IS II USM-objectief. De omstandigheden waren vaak lastig om foto's in te maken, maar zodra ik de kans kreeg, kon ik dankzij de Canon EOS 6D heel goede opnamen maken."

Vijf tips van Daniël Nelson voor reisfotografie

Op grond van zijn ervaringen met fotograferen onder vaak lastige omstandigheden, geeft Daniël graag een paar adviezen aan reizigers die hopen mooie foto's te kunnen maken…

1. Zorg onderweg goed voor je uitrusting

"Onderschat niet hoe belangrijk het is om goed voor je camera te zorgen als je onder moeilijke omstandigheden werkt. Ik heb drie weken door het regenwoud van Congo getrokken. Het is daar vochtig en het regent, dus mijn spullen werden nat. Elke ochtend als ik wakker werd, zat er condens in mijn camera, dus de eerste 12 uur van de dag kon ik geen opnamen maken. Eerst moest de camera droog zijn. Op andere momenten ging het om stof of vuil. Mijn camera werd mijn kindje. Ik moest mijn camera elke dag schoonmaken en veel beter verzorgen dan ik normaal gesproken zou doen. En het werkte - de camera is me de hele reis trouw gebleven."

2. Neem de tijd om je in het wildlife te verdiepen

"Als het om wildlifefotografie gaat, vooral in gebieden waar niet veel mensen komen, moet je de tijd nemen om foto's te maken. In tegenstelling tot de dieren in druk bezochte wildparken, was het wildlife dat ik probeerde te fotograferen, niet gewend aan mensen. Ik kon dieren zelden benaderen; meestal vluchtten ze zodra ze me in de gaten kregen. Mijn advies is om je vertrouwd te maken met de soort en de omgeving, en van tevoren te plannen hoe de foto moet worden. Als ik weet waar een dier meestal foerageert, welke sporen het volgt, waar het nestelt en wat zijn natuurlijke omgeving is, kan ik me uit het zicht opstellen en het dier ongestoord in beeld laten komen. Het kan wel twee uur duren om de perfecte foto te maken, met de belichting, de compositie en het wachten op het moment dat de dieren aan je gewend zijn. Je moet wachten totdat je geen afleiding meer vormt, zodat je ze op een natuurlijke manier kunt fotograferen."

3. Improviseer met verlichtingsfoefjes

"Je werkt vaak op plekken met weinig licht. Onder het dichte bladerdak van de jungle, in een stoffige sloppenwijk of midden in de nacht is het moeilijk om foto's te maken. Ik had nooit de tijd om te wachten op een mooie zonsondergang of het juiste licht, dus moest ik improviseren. Ik had ook geen hulpmiddelen zoals een flitser, een statief of een afstandsbediening, omdat ik zo weinig mogelijk bagage bij me had. In dit soort situaties is het belangrijk dat je je camera goed kent en moet je creatief zijn. Bij weinig licht bouwde ik vaak een statief van stukken rots en gebruikte ik een zaklantaarn om mijn onderwerp te verlichten. Op andere momenten werkte ik met maanlicht, met straatlantaarns of met het licht uit een winkel. Door te improviseren kon ik onder lastige omstandigheden toch kwaliteitsfoto's maken."

4. Zoek focuspunten in het landschap

"Landschappen zijn vaak homogeen, waardoor het lastig is om ze te fotograferen. Meestal richt ik me op een fragment van het grote panorama voor me. Ik scan de omgeving en zoek een opvallend element, zoals een vreemde vorm, een interessant patroon of een felle kleur. Dat wordt het focuspunt van mijn beeld, zodat de aandacht van mijn publiek naar een bepaald punt wordt getrokken, in een verder onveranderlijk landschap."

5. Maak onderwerpen onderdeel van hun eigen verhaal

"Mensen fotograferen kan lastig zijn. In mijn geval waren veel mensen in gebieden waar weinig of geen toeristen komen bang of wantrouwend als ik ze wilde fotograferen. Er kwamen zelfs mensen naar me toe die zeiden: 'Ik wil niet een van die magere Afrikanen zijn die in westerse brochures staan', dus dat speelde ook nog. Ik begon altijd een gesprek met mensen, om hun uit te leggen wat ik probeerde te doen met mijn foto's, zoals de mooie gebieden van hun land laten zien. Het is belangrijk dat je altijd vriendelijk blijft en een gesprek begint met degene die je wilt fotograferen. Je moet ervoor zorgen dat ze zich op hun gemak voelen voordat je een foto maakt."