Het verspreiden van desinformatie via fotografie is bijna net zo oud als het medium zelf. Er zijn vele historische voorbeelden te vinden van foto's die in scène zijn gezet of bewerkt voor politieke propaganda of een ander doeleinde. In het huidige digitale tijdperk neemt desinformatie echter een hoge vlucht doordat het bewerken van beelden en 'deepfake'-technologie steeds algemener en verfijnder worden.
Vandaag de dag kan onjuiste of misleidende informatie online al in enkele seconden wereldwijd worden verspreid. Foto's kunnen digitaal worden bewerkt of in een andere context worden geplaatst om ze voor politieke doeleinden te gebruiken. In het ergste geval kan nepnieuws worden gebruikt om verkiezingen te beïnvloeden, een samenleving te verdelen en historische feiten te veranderen. Hoe groot is het probleem van desinformatie eigenlijk in de moderne fotojournalistiek, en wat kan er tegen worden gedaan?
We hebben drie professionals uit de branche gevraagd om hun kijk hierop te delen. De eerste is de in Zuid-Afrika wonende nieuwsfotograaf en Canon Ambassador Gulshan Khan, die in 2020 de HIPA Emerging Photographer-award won. De tweede expert is Thomas Borberg, fotoredacteur van de Deense krant Politiken en jurylid bij verscheidene grote fotografiewedstrijden. We vroegen het ook aan de Iers-Canadese fotojournalist Finbarr O'Reilly, een Canon Ambassador die regelmatig werkt voor The New York Times en twee keer World Press Photo heeft gewonnen.
In dit artikel geven Gulshan, Thomas en Finbarr hun mening over dit steeds belangrijker wordende onderwerp.
Desinformatie in de fotojournalistiek tegengaan
Is desinformatie in de fotojournalistiek een groeiend probleem, en maak je je er zorgen om?
Gulshan Khan: Ik denk dat het altijd al een probleem is geweest. Het wordt al generaties lang gedaan voor politiek gewin. Beelden vertellen mensen hoe ze moeten denken. Als beelden worden verdraaid of gemanipuleerd en voor propaganda worden gebruikt, vooral voor het in stand houden van onrecht, is dat een enorm probleem. Maar het is nog problematischer als we niks meer geloven, zelfs als het de waarheid is. Ik denk dat dat gevaarlijker is. Mijn recente verslaggeving van de onrust in Zuid-Afrika liet zien dat veel geweld tussen historisch gescheiden en ongelijke gemeenschappen op basis van ras, vanwege onze geschiedenis van apartheid, werd aangewakkerd door foto's en video's op sociale media. Veel daarvan worden nu als nepnieuws gezien, omdat de beelden in een andere context werden gebruikt en/of gemanipuleerd voor propaganda en persoonlijke doeleinden.
Finbarr O'Reilly: Desinformatie in het algemeen is iets waarover wij als journalisten ons allemaal zorgen maken. De kern van journalistiek is om tot op de bodem uit te zoeken wat er echt gebeurt. Ik weet niet of het specifiek een probleem binnen de fotojournalistiek is, maar we hebben zeker op sociale media grote desinformatiecampagnes gezien, door het manipuleren van video's, het maken van memes of het bewerken van foto's om ze er op een bepaalde manier uit te laten zien.
Thomas Borberg: Ik denk dat de houding ten opzichte van bewerken per generatie verschilt. Jonge lezers vragen me niet of het is toegestaan beelden te retoucheren of bewerken, maar in welke mate. Wanneer ik zeg dat je bij Politiken wordt ontslagen als je iets uit je beelden weghaalt of iets eraan toevoegt, zijn ze heel verbaasd. Jonge mensen raken gewend aan het idee dat nep het nieuwe normaal is.
Heb je Canon-apparatuur?
Heb je ook bijzonder schokkende gevallen van beeldbewerking of 'deepfake'-technologie voor het verdraaien van beelden gezien?
Thomas Borberg: Ja, maar niet iets dat wij hebben gepubliceerd (hoop ik). Ik heb verschillende gevallen gezien op internet. Het bestaat. En met name wanneer het om propaganda gaat, wanneer iemand wil dat we iets op een bepaalde manier bekijken, denk ik dat het overduidelijk is.
Finbarr O'Reilly: Er is een heel bekend geval dat zich voordeed tijdens de oorlog tussen Israël en Libanon in 2006. Een nieuwsagentschap had een fotograaf in Libanon zitten die Israëlische luchtaanvallen op Beiroet fotografeerde. In de ene foto kloonde hij de rook om een explosie er dramatischer te laten uitzien en in een andere kloonde hij extra vlammen. Dit werd al snel ontdekt en alle beelden van die fotograaf werden van de website van het agentschap gehaald. Er zijn voorbeelden bekend van andere nieuwsorganisaties en het is een probleem.
Hebben fotojournalisten enige controle over hoe hun beelden worden gebruikt nadat ze online zijn gepubliceerd?
Gulshan Khan: Als onafhankelijk producent en fotojournalist heb ik geleerd om erg zorgvuldig uit te kiezen met wie ik werk en ervoor te zorgen dat onze waarden overeenkomen. Maar aan het begin van mijn carrière, toen ik voor agentschappen werkte, had ik weinig controle over hoe mijn beelden werden gebruikt. Het meest schrikbarende voorval was toen een van mijn foto's van kinderen in een totaal andere context werd gebruikt om een ander verhaal online te illustreren. Ik ontdekte later dat het artikel was 'geschreven' door een bot die de foto uit de database had gehaald.
Finbarr O'Reilly: In theorie geef je alle controle over je beelden uit handen zodra ze zich in het publieke domein bevinden. Natuurlijk bestaat er auteursrecht en dergelijke, maar als je voor gerenommeerde mediaorganisaties werkt, hebben ze te maken met juridische restricties voor hoe de beelden worden gebruikt en hoe de bijschriften worden gepubliceerd. Ik heb zelf niet meegemaakt dat mijn beelden op enige manier werden verdraaid. Dat wil niet zeggen dat iemand niet een screenshot kan maken of een beeld opnieuw kan gebruiken op een bedrieglijke manier, maar dat heb ik zelf niet meegemaakt.
Hoe herkennen en vermijden redacteuren en fotojournalisten desinformatie?
Gulshan Khan: De eerste stap is, denk ik, om rigoureuzer te zijn in ons begrip van de kwesties waarover we verslag doen. We moeten ook zoveel mogelijk stemmen van verschillende kanten zien te vinden, in plaats van de motieven van nieuwsagentschappen, overheden of andere partijen te volgen die een verhaal een bepaalde draai willen geven. Dat is niet altijd makkelijk, en soms hebben we maar beperkt controle over ons werk.
Thomas Borberg: Normaal gesproken vermijden we desinformatie door bronnen te gebruiken waarop we vertrouwen. En als we twijfelen, gebruiken we ze niet. Elke dag sturen mensen beelden op die we op geen enkele manier willen publiceren, omdat we ze niet kunnen verifiëren.
Finbarr O'Reilly: Een fotoredacteur op een nieuwsredactie moet kunnen zien of een afbeelding is gemanipuleerd. Technisch gezien zijn er altijd forensische manieren om beelden te bekijken en aan de hand van metagegevens, of andere technologische gegevens, te bepalen wat er met beelden is gedaan. Verder zet Adobe zich op dit moment in om een forensisch spoor voor foto's te maken, dat precies voor dit doeleinde kan worden nagetrokken.
Heeft de fotojournalistiek een toekomst in het digitale tijdperk?
Waarom is het voor de fotojournalistiek en de maatschappij in het algemeen belangrijk om de waarheid te laten zien?
Finbarr O'Reilly: Als we het hebben over pure nieuwsjournalistiek, dan moeten we natuurlijk proberen te achterhalen wat er echt is gebeurd in een bepaalde situatie. Als je het aan politici zou overlaten om een historisch verslag van een gebeurtenis te bepalen, zou dat waarschijnlijk heel anders zijn dan hoe een fotograaf of journalist het zou zien. Fotojournalistiek draait om het belang van een nauwkeurige verslaggeving van gebeurtenissen, zowel op het moment zelf voor de hele maatschappij als in historische zin.
Gulshan Khan: Beelden zijn informatief en richtinggevend. Ze kunnen worden begrepen door mensen die minder geletterd zijn, waardoor beelden een universele taal vormen. Ze vertellen mensen hoe ze moeten denken, vertellen en veranderen verhalen, en zijn een heel krachtig hulpmiddel. Ze kunnen als wapen worden ingezet. Zoals ik eerder al zei, is het nog erger wanneer we niks meer geloven, zelfs als het de waarheid is, omdat er al twijfel is gezaaid in onze gedachten.
Thomas Borberg: De waarheid laten zien is belangrijk, omdat beelden ons helpen de maatschappij waarin we leven te doorgronden. We maken beslissingen met dit in gedachten, en daarom is het belangrijk voor onze democratie. Deze algemene manier van verhalen vertellen door middel van fotografie is eigenlijk een belangrijk onderdeel van het fundament van de democratie.