Wildlifefotograaf en Canon Ambassador Christian Ziegler, opgeleid als tropisch ecoloog, werkt al meer dan 25 jaar in het regenwoud. De viervoudige winnaar van de World Press Photo-award is een van de oprichters van de International League of Conservation Photographers en zegt: "Betekenisvol werk draait, voor mij, volledig om natuurbehoud; niet om het mooie plaatje, maar om de inhoud waardoor we een diersoort of een gebied kunnen helpen behouden."
In het tweede gesprek van de Candid Conversations, waarbij we gevestigde fotograferen introduceren aan rijzende sterren in hun vakgebied, gaat Christian in gesprek met Marc Albiac, die eveneens Canon Ambassador is. Marc, die in 2014 werd gekroond tot Young Wildlife Photographer of the Year, is naast zijn werk ook student biologie en deelt Marcs interesse in natuurbehoud. De twee gingen vanuit hun eigen huis met elkaar in gesprek; Marc was in Barcelona en Christian in de buurt van de Zuid-Duitse Bodensee, waar hij onlangs is gaan wonen nadat hij 15 jaar vooral in Panama was gevestigd.
Candid Conversations: Christian Ziegler en Marc Albiac
Marc: kun je mij vertellen hoe en wanneer je met fotograferen bent begonnen?
Christian: vrij laat. Ik was twintig. Ik volgde een tekencursus, maar kwam tot de ontdekking dat ik daar geen talent voor had. Toen ben ik eens gaan kijken bij fotografie, misschien dat ik daar beter in zou zijn. Ik pakte een oude camera en ben toen een jaar lang in Thailand geweest. Er waren toen niet veel mensen die foto's van het regenwoud maakten, en ik wilde mijn ervaring met mijn vrienden delen. Zo ging ik serieus aan de slag met het maken van goede foto's. Ik ging weer biologie studeren en ik legde toen echt alles vast om mensen te laten zien waar ik mee bezig was. Eerst was het best wetenschappelijk. Ik heb het wel over 27 jaar geleden, hè. Ik ben oud!
Marc: maak je vaak foto's in je eigen omgeving?
Christian: de laatste tijd wel ja, omdat ik net met een nieuwe baan ben begonnen bij het Max Planck Instituut voor diergedrag in Konstanz. Ze doen daar geweldig onderzoek, dus ik zat daar en ben met ze op locatie gegaan wanneer dat mogelijk was. Maar normaal gesproken houd ik me bezig met de internationale reizen voor het instituut. Over drie weken ga ik naar Congo om het hele ecosysteem van het Kongobekken te fotograferen.
Marc: gaaf! Hoe lang duurt je reis in Congo?
Christian: een maandje maar, maar ik ga er de komende drie jaar nog ten minste zes keer heen. Dit gebied moet echt dringend worden gedocumenteerd, omdat ze afspraken hebben gemaakt met dorpen, dat ze niet in deze regio gaan jagen. Het is een groot gebied van 120 vierkante kilometer en volgens mij een unieke omgeving in het Kongobekken. Je zou het de tuin van Eden van Afrika kunnen noemen omdat er niet wordt gejaagd. En er leven ook normale groepen apen, varkens en bonobo's. Ik doe verslag van het hele ecosysteem, van planten en insecten tot zoogdieren. En ik ontdek hoe het Kongobekken er 200 jaar geleden uitzag.
Heb je Canon-apparatuur?
Marc: ik kan niet wachten om de resultaten van deze reis te zien. Welke camera's en objectieven neem je mee?
Christian: ik ga Canon EOS R5-camera's meenemen. Die zijn kleiner. Ik werk nu zo'n half jaar met deze camera's en de kwaliteit is ongekend. Voor mij is het ook belangrijk dat de camera stil is.
Marc: ja, omdat je stil moet zijn als je close-ups wilt maken.
Christian: precies! Omdat het in het bos heel vochtig is, probeer ik de objectieven zo weinig mogelijk te verwisselen. Ik gebruik de Canon RF 100-500mm F4.5-7.1 L IS USM, de groothoek Canon RF 15-35mm F2.8L IS USM, de Canon RF 100mm F2.8L Macro IS USM en de Canon RF 24-105mm F4L IS USM voor algemene achtergrondopnamen. Ook heb ik vijf flitsers. Die gebruik ik graag voor kleine onderwerpen. Gebruik jij ook vaak een flitser?
Marc: dat hangt ervan af. Ik fotografeer graag slangen, kikkers en meer van dit soort dieren, dus meestal gebruik ik geen flitser, tenzij er te weinig licht is of wanneer ik een speciale foto wil maken. Als het mogelijk is, probeer ik ze in daglicht te fotograferen, zodat ik snel kan werken.
Christian: oké. Ik gebruik wel vaak flitsers, maar dan stel ik de flitsercompensatie wel in op -1 of -1,2 om de intensiteit van de flitser te verlagen, gewoon om toch iets licht in de foto te krijgen. Klopt het dat de meeste dieren, zoals kikkers, zich niet druk maken om de flitser?
Marc: nee, dat maakt ze niks uit. Ik was in februari in Costa Rica en de meeste foto's heb ik daar 's nachts gemaakt.
Christian: ik heb de foto's gezien. Mooie gewassen! Costa Rica is een van mijn favoriete bestemmingen. Waar ben jij geweest?
Marc: dank je wel. Het was geweldig! We zijn naar het centrale deel van Costa Rica en het oerwoud geweest, om daarna naar Corcovado door te reizen. Ik heb veel 's nachts gefotografeerd, met een flitser, maar het was de eerste keer dat ik er was dus we hebben niet veel dieren kunnen traceren. Misschien had ik cameravallen moeten proberen.
Christian: ik gebruik al 25 jaar cameravallen. Ik heb zelfs in 2004 de eerste digitale cameraval voor National Geographic uitgevonden. Nu gebruik ik een nieuw systeem met een Canon EOS 6D Mark II en een Canon EF 17-40mm f/4L USM-objectief. Het is een fijn systeem dat ik in Congo ga uittesten, omdat ze daar wel zo'n twee tot drie jaar moeten hangen. Voor de belichting gebruik ik een op maat gemaakte cameravalbehuizing met drie flitsers en een in de handel verkrijgbaar Wi-Fi-beeldscherm. Alles is wireless, zonder kabels, en helemaal waterdicht. Ik hoop dat de apparatuur dit eerste jaar overleeft!
Marc: die camera's blijven daar drie jaar hangen? En ze blijven ingesteld?
Christian: ja. Ik heb een assistent die ze één keer per maand zal onderhouden. Dan wisselt hij de geheugenkaart. En de lithiumbatterij gaat vijf tot zes weken mee. Ik zag op Instagram dat je cameravallen gebruikt?
Marc: ja, maar die gebruik ik alleen 's nachts, voor een uur of vier, vijf. Ik heb er niet veel ervaring mee omdat het me steeds maar niet lukte als ik ze eens probeerde.
Christian: maar dat is normaal. Ik denk dat 99% van alle foto's mislukt. Dat overkomt ons allemaal, maar als het dan die ene keer wel lukt, is het echt geweldig. Daarom gebruik ik ze ook. Ik moet onbekende dieren vastleggen en misschien krijg ik maar een of twee foto's per jaar, maar als dat dan goede foto's zijn, dan heb ik ook goud in handen omdat die dieren nog nooit eerder zijn gefotografeerd.
Candid Conversations: opnamen maken weg van de actie
Marc: vier jaar geleden wilde ik een boommarter fotograferen; zijn woongebied lag op 150 km van mijn huis. Mijn vader heeft me daar zes keer heen gereden voor ik er één voor de lens kreeg. In december was dat, volgens mij. Het was zo mooi om te zien, maar ik heb maar twee foto's gemaakt.
Christian: fantastisch. Dat is het geheim, hè? Iets meer tijd en aandacht in de opname steken en dan een beter resultaat krijgen.
Marc: is het ook wel eens voorgekomen dat je de foto niet kon maken?
Christian: ik heb anderhalf jaar lang geprobeerd een tijger in Bhutan te fotograferen en ik kreeg ook best een leuke foto, maar ik denk dat ik een betere foto moet maken, want deze is niet goed gecentreerd.
Marc: zijn er dieren waar je géén foto van hebt?
Christian: ja hoor, genoeg. De oranje zwijnen in het Kongobekken... dat zijn kuddedieren in groepen van 20 tot 50. Of van die kleine, wezelachtige dieren die in zes of zeven verschillende groottes voorkomen. Civetkatten, een wezel, genetkatten, de goudkat. Er bestaan geen foto's van deze dieren in het wild. En ik hoop ooit nog een reuzenschubdier te fotograferen.
Marc: heb je ooit wel eens foto's gemaakt van dieren die je niet in cameravallen had verwacht?
Christian: ja. Een fazant die in beeld kwam en begon te dansen in een val voor een rode panda. En opeens, diep in het bos, kwam een gewone hond te voorschijn! Het was echt een dag reizen tot het dichtstbijzijnde dorp, dus ik heb geen idee hoe die daar terechtkwam. In feite heb je voortdurend met vals alarm te maken. Er vallen bladeren, of er beweegt gras. Vaak is het gewoon niets. De camera wordt vaak geactiveerd door motten of vleermuizen.
Marc: dat herken ik, ja. Wanneer de foto dan uiteindelijk lukt, voel je je nadien nog beter. Goed, laten we het nu over natuurbehoud hebben.
Christian: het is belangrijk dat we daar over praten. Alles wat ik doe, doe ik voor natuurbehoud.
Marc: was dat altijd het belangrijkst voor jou?
Christian: in het begin niet. Maar toen ging ik op reis naar Borneo, Thailand en Afrika. Dat zijn gebieden waar het bos echt wordt bedreigd. In Madagaskar bestaat nog maar 7% van het oerwoud. Ik kies nu projecten die problemen met natuurbehoud laten zien, zoals foto's van kasuarissen, bonobo's en kameleons omdat dit echt bedreigde diersoorten zijn. Ik laat deze dieren in hun natuurlijke leefomgeving zien, omdat de aantallen schrikbarend afnemen en we dit meer in beeld moeten brengen. Borneo bestaat op dit moment voor 27% uit bos, maar over 20 jaar zal dit minder dan 10% zijn. In Afrika, en al helemaal in Madagaskar, is dit nog veel erger. Daarom ga ik naar Congo, omdat dit het laatste gebied is waar, misschien de komende tien jaar, niet wordt gejaagd.
Marc: op welke manier denk je dat fotografie kan helpen bij natuurbehoud?
Christian: wanneer ik iets publiceer in GEO of National Geographic, leren mensen meer over dit geweldige gebied. Ik vertel de schrijver hoe prachtig het is, en op welke manier het wordt bedreigd. Wanneer ik naar een project kijk, vraag ik of het bijdraagt aan natuurbehoud. Als dat niet het geval is, ga ik niet.
Marc: hoe kun je met fotografie mensen beïnvloeden?
Christian: alles draait om de informatie die bij de foto hoort. De tijger die ik in Bhutan fotografeerde, bestaat daar alleen omdat hij helemaal wordt beschermd tegen stropers in dat land, maar er zijn nog maar 80 tijgers over in Bhutan. Het is echt belangrijk om te vermelden dat het er maar zo weinig zijn en dat ze, wanneer ze de grens naar India overgaan, in de handen vallen van stropers. We moeten het echt heel duidelijk aangeven, om Bhutan te helpen.
Marc: ik denk dat bekende fotografen wel een bijdrage kunnen leveren aan natuurbehoud. Maar het is moeilijk om er tussen te komen als je geen tijdschrift hebt waarin je je werk kunt laten zien.
Christian: dit is wat mij betreft waarom wedstrijden zo goed zijn. Je kunt dan veel mensen bereiken die kennis nemen van jouw fotografie en het doel van die foto's. Wedstrijden zijn ook voor ons nuttig om andere fotograferen te ontmoeten, om nieuwe ideeën op te doen, om met elkaar te netwerken en van elkaar te leren, omdat we natuurlijk alleen zijn als we op locatie werken. Fotografie is geen makkelijk beroep; je hebt echt vrienden nodig die hetzelfde werk doen, die naar je luisteren, zodat je weet dat je er niet alleen voor staat.
Marc: een van mijn dromen is om ooit natuurbehoudfotograaf te worden.
Christian: ik denk dat je het vooral op lange termijn moet bekijken. Ik hoop dat anderen dat ook zullen doen. Mijn advies: word een specialist, word écht goed in iets, en het liefst op meerdere gebieden. Richt je bijvoorbeeld helemaal op cameravallen, word een macrospecialist of een landschapsfotograaf. Zodat mensen je naam kennen.
Gerelateerde artikelen
Brent Stirton: promotie van natuurbehoud door middel van fotografie
De meervoudig bekroonde fotojournalist onthult wat de drijfveren van zijn wildlife-verhalen zijn, welke uitrusting hem helpt en waarom het belangrijk is om het volledige verhaal te vertellen.
Tropische vleermuizen vastleggen met Speedlite-flitsers
Heb je ooit flitsers gebruikt in het regenwoud? Christian Ziegler haalt fijne details op in zijn prachtige foto's met de Speedlite 430EX III-RT's.
Wildlifefotografie met een macro-objectief van Canon
Bioloog en fotograaf Christian Ziegler legt uit hoe hij de fantastische wilde dieren in het regenwoud fotografeert met een macro-objectief.
Van prijswinnaars tot professionals
Twee winnaars van Young Wildlife Photographer of the Year vertellen wat het vroege succes voor hen betekende.