Je werk in 4K toekomstbestendig maken: drie dingen die cineasten niet mogen vergeten

Tijdens ISE 2019 worden de nieuwste technologieën in AV en systeemintegratie belicht. Het is duidelijk dat de 4K-revolutie elke sector transformeert. Van maker tot klant: 4K is dé nieuwe standaard vanaf het moment van opname tot het moment dat de klant de opname ziet. In de aanhoudende zoektocht naar betere beeldkwaliteit hebben cineasten en de televisie-industrie de opname in 4K omarmd. Maar slechts een bijzonder klein publiek beschikt over 4K-televisie, daarom wordt opnemen in 4K beschouwd als een manier om je werk toekomstbestendig te maken, geschikt voor het moment waarop de technologie gemeengoed wordt.

Veel videoprofessionals vragen zich af waarop ze moeten letten bij hun volgende cinecamera, en in welke mate ze moeten investeren in opslagmogelijkheden voor oversampling in de hoogst mogelijke resolutie. Paul Atkinson, productspecialist bij Canon, zet de drie belangrijkste zaken op een rij die cameraregisseurs en andere videoprofessionals voor de aanschaf van een nieuwe camera moeten weten:

1. We leven al in de toekomst

2. Toekomstbestendigheid draait niet alleen om het aantal K's

"Voor een cineast of videoprofessional hoort beeldkwaliteit altijd de hoogste prioriteit te hebben. Dat geldt altijd, of je nu in HD of 4K werkt, je wilt de best mogelijke kwaliteit. Als je kijkt naar hoogwaardige cinematografie en televisieprogramma's met een hoge productiewaarde, zijn gegevens van doorslaggevend belang. Met hoe meer gegevens je kunt spelen, des te meer kun je doen met het eindresultaat.

3. Je eisen zijn afhankelijk van de opdrachtgever

"Het is de moeite waard om na te denken over de voors en tegens voordat je opnamen gaat maken in 4K of hoger, en de opslag is echt een cruciaal punt. Als je RAW-beelden opneemt met de Canon EOS C700 FF, is een schijf van 2TB in ongeveer 26 minuten vol. En zelfs bij een workflow waarin je in 4K opneemt voor uitvoer in Full HD, moet je die bestanden ergens bewaren en er reservekopieën van maken, dus heb je de dubbele hoeveelheid opslagruimte nodig, in vergelijking met wat je werkelijk opneemt.

"Je eisen zijn afhankelijk van de bestemming van je eindproduct. Sommige mensen hoeven zich nooit te bekommeren om uitvoer in 4K, en voor hen kan de Canon EOS C100 Mark II nog steeds het perfecte vertrekpunt zijn.

"Als je opnamen maakt voor cinema of hoogwaardige televisie, moet je RAW kunnen opnemen, ook al gebruik je dat niet altijd vanwege de grote gegevensstromen en bestanden. Zelfs met de non-RAW-opnameoptie, kom je al aan iets van 810 MB per seconde met de Canon EOS C700 FF en 405 MB per seconde met de Canon EOS C300 Mark II, dus dat is nog steeds een grote hoeveelheid gegevens die moet worden opgeslagen. Daarom is het goed om je af te vragen of je een volledig cinematische benadering met de maximale resolutie nodig hebt, of dat je genoeg hebt aan iets wat kleiner en gemakkelijker hanteerbaar is, in de vorm van een Canon EOS C300 Mark II voor opnamen in XF-AVC, of zelfs de Canon EOS C200 voor opnamen in Cinema RAW Light in 4K. De bestanden zijn dan veel kleiner dan Canon's Cinema RAW Light, maar de bestandsstructuur is nog steeds robuust genoeg op te kunnen bewerken.

"Een van de geweldige dingen van de serie cinecamera’s van Canon is dat alles kan samenwerken. Bij een opnamesessie met meerdere camera's kun je een Canon EOS C700 FF gebruiken als A-camera, en de Canon EOS C200 als B-camera, voor opnamen in Cinema RAW Light. De beelden kunnen op de set in realtime worden bekeken en/of bewerkt, en tijdens de nabewerking worden gecorrigeerd, allemaal met Canon's toonaangevende 4K-referentiedisplays."