De meeste Canon EOS-camera’s bieden twee manieren om een foto te maken: met de zoeker of met het LCD-scherm aan de achterkant van de camera. Welke manier je gebruikt hangt af van het onderwerp, de opnameomstandigheden en je persoonlijke voorkeur. Maar welk voordeel heeft het om de ene of de andere manier te gebruiken? Wat zijn de verschillen? En zijn alle zoekers hetzelfde?
Zoeker versus LCD-scherm
Optische zoeker versus elektronische zoeker: wat is het verschil?
Het belangrijkste verschil tussen een spiegelreflexcamera en een systeemcamera is al te zien aan de naam. Een spiegelreflexcamera dankt zijn naam aan de reflexspiegel in de camera. Deze spiegel weerkaatst het licht dat het objectief binnenvalt naar een optische zoeker (OVF), via een pentaprisma of pentaspiegel, die ervoor zorgt dat je de scène op de juiste manier in het oculair van de camera ziet. Dit betekent dat je met een OVF ziet wat het objectief ziet, weerkaatst maar onverwerkt.
Bij een systeemcamera toont een elektronische zoeker (EVF) met behulp van de informatie van de beeldsensor een beeld op een compact LCD- of OLED-scherm. Een EVF toont dus het beeld dat de sensor uitvoert, dat enigszins of soms aanzienlijk kan afwijken van wat je door het objectief ziet.
EVF versus OVF: welke is beter?
Hoewel sommige fotografen de natuurlijke weergave van een optische zoeker prettig vinden, heb je bij een elektronische zoeker het voordeel dat je het effect van de toepassing van de instellingen voor belichting, witbalans en Picture Style kunt zien. Als je bijvoorbeeld de Picture Style Monochroom toepast, zie je in de EVF een zwart-wit beeld, terwijl het beeld bij een OVF in kleur blijft. Hierdoor kun je het beeld in een EVF gebruiken om te bepalen of je instellingen bij de scène passen en weet je zeker dat je het gewenste resultaat krijgt voordat je op de ontspanknop drukt. Dit is met name nuttig wanneer het onderwerp bijvoorbeeld tegenlicht heeft en je wat belichtingscompensatie moet toepassen.
Een EVF is zo bijzonder handig voor relatief onervaren fotografen, omdat je het effect van camera-instellingen kunt zien terwijl je de opnamen maakt, in plaats van dat je ze alleen achteraf kunt beoordelen. Voor veel mensen wordt fotografie zo intuïtiever.
Een ander voordeel van een EVF is dat het kan compenseren voor weinig licht, waardoor je het onderwerp altijd duidelijk kunt zien. Bij een optische zoeker daarentegen zie je de scène bij het omgevingslichtniveau, waardoor het bij donkere omstandigheden moeilijk kan zijn om scherp te stellen of een opname samen te stellen.
Aan de andere kant moet het beeld in een EVF verwerkt worden voordat het kan worden weergegeven, waardoor alle EVF’s een zeker mate van vertraging hebben. De nieuwste systeemcamera’s, zoals de EOS R5, hebben een EVF met een vernieuwingsfrequentie van 120 fps en de vertraging duurt slechts milliseconden, maar dit kan nog steeds van belang zijn als je snelle actie fotografeert en een fractie van een seconde cruciaal is. De vertraging wordt waarschijnlijk steeds korter met de ontwikkeling van de technologie, maar een OVF werkt met de lichtsnelheid, waardoor je in feite helemaal geen vertraging hebt. Daarom geven veel fotografen die sport, wildlife of andere onderwerpen met snelle actie fotograferen nog steeds de voorkeur aan een spiegelreflexcamera.
Bovendien kijk je eigenlijk naar een compact scherm wanneer je een EVF gebruikt, en hoewel het scherm een heel hoge vernieuwingsfrequentie heeft, kan een OVF toch aangenamer zijn bij een langere gebruiksperiode. Als je dus wildlife of sport fotografeert, waarbij je lange tijd met je oog voor de zoeker wacht tot er iets gebeurt, kan een OVF de voorkeur hebben.
Live View
Een systeemcamera gebruikt precies dezelfde technologie om een beeld in de zoeker weer te geven als op het LCD-scherm aan de achterkant van de camera. Dit is niet het geval bij een spiegelreflexcamera, maar in de zogenaamde Live View-modus kun je toch afbeeldingen op het scherm aan de achterkant samenstellen. Wanneer je een spiegelreflexcamera in Live View zet, wordt de reflexspiegel omhoog gezet en de sluiter geopend. Het licht kan nu op de CMOS-sensor vallen, waar het beeld wordt gevormd dat live op het LCD-scherm aan de achterkant wordt weergegeven.
Wanneer een spiegelreflexcamera in Live View staat en de belichtingssimulatiefunctie is geactiveerd, zie je niet alleen wat de sensor ziet, maar krijg je ook een nauwkeurig voorbeeld van hoe de foto er precies zal uitzien, voordat je op de ontspanknop drukt. Op deze manier werkt Live View net als een systeemcamera.
Wanneer je de zoeker op een spiegelreflexcamera gebruikt, verschillen niet alleen de weergavetechnologieën van Live View. De camera gebruikt ook afzonderlijke, speciale sensors voor autofocus, belichtingsmeting en witbalans. In Live View gebruikt een spiegelreflexcamera de beeldsensor om deze informatie te verzamelen, net als een systeemcamera.
Sinds de introductie van de EOS 70D in 2013 hebben spiegelreflexcamera’s van Canon de Dual Pixel CMOS AF-technologie. Hiermee is automatische scherpstelling met fasedetectie in de sensor mogelijk, zodat moderne spiegelreflexcamera’s van Canon in Live View net zo snel kunnen scherpstellen als wanneer je de zoeker gebruikt. Systeemcamera’s uit de Canon EOS M-serie en EOS R System-systeemcamera’s hebben ook Dual Pixel CMOS AF-technologie, die wordt gebruikt om scherp te stellen wanneer het beeld wordt samengesteld in de zoeker of op het LCD-scherm aan de achterkant van de camera.
Zoeker versus LCD
Of je nu opnamen maakt met een spiegelreflex- of een systeemcamera, soms is het makkelijker om de zoeker van de camera te gebruiken, en soms is het LCD-scherm makkelijker. Je kunt de camera bijvoorbeeld meestal makkelijker stilhouden wanneer je hem voor je oog houdt, omdat hij dan tegen je gezicht steunt. Het is ook makkelijker om een bewegend onderwerp in de zoeker te volgen dan op een scherm met de camera op een armlengte afstand.
Wanneer je echter macrofoto’s of opnamen van landschappen, stillevens of architectuur maakt waarbij de camera op een statief staat, is de grotere weergave op het LCD-scherm heel nuttig. Ook wanneer je boven je hoofd, onder ooghoogte of onder een hoek opnamen wilt maken is het heel handig als je het beeld op een kantelbaar of variangle scherm kunt kaderen, in plaats van in de zoeker.
Daarnaast is het LCD-scherm heel handig wanneer je handmatig scherpstelt, omdat het Live view-beeld 5 of 10 keer kan worden vergroot. Dit geeft een zeer gedetailleerde weergave van elk deel van het beeld, zodat je veel makkelijker belangrijke aanpassingen aan de scherpstelling kunt doen.
Op de EOS 90D in Live View en op systeemcamera’s, waaronder de EOS R5, EOS R6, EOS R, EOS RP, EOS M6 Mark II en EOS M50 Mark II, kun je ook handmatige focus peaking (MF peaking) inschakelen, een visueel hulpmiddel dat weergeeft welke gebieden scherp in beeld worden gebracht. In theorie vallen de scherpgestelde gebieden samen met het grootste contrast. Het beeld wordt dus gecontroleerd op contrast en deze gebieden worden in een heldere kleur van jouw keuze gemarkeerd op het display. Je kunt de gemarkeerde gebieden in de scène zien terwijl je de scherpstelling aanpast.
Houd er echter rekening mee dat de levensduur van de accu wordt verkort wanneer je het scherm aan de achterkant van je camera langere tijd gebruikt. Het gebruik van Live View op een spiegelreflexcamera wordt ook afgeraden als je snel achter elkaar opnamen wilt maken, omdat de continue opnamesnelheid gewoonlijk minder wordt. Aan de andere kant kan een optische zoeker een specifiek probleem veroorzaken wanneer je een opname maakt die meerdere seconden of minuten duurt. In dat geval kan strooilicht in de zoeker vallen en de belichting verstoren. Om dit te voorkomen kun je de oculairafsluiting op de draagriem van je spiegelreflexcamera gebruiken.
EOS-camera’s met een EVF hebben een nabijheidssensor die automatisch van het scherm aan de achterkant naar de zoeker schakelt wanneer je de camera naar je oog brengt, hoewel je deze functie kunt uitschakelen.
Schermaanpassing
De zoeker van een EOS-camera geeft belangrijke informatie weer, zoals het focuspunt en de belichtingsinstellingen. Bij een systeemcamera en een spiegelreflexcamera in Live View kun je soms ook andere informatie zien, zoals de witbalans, Picture Style-instelling of de meetmethode (evaluatief, spot, gemiddeld met nadruk op het midden of deelmeting).
Druk op een systeemcamera of een spiegelreflexcamera in Live View op de INFO-knop om door de beschikbare weergave-instellingen te gaan: alleen beeld, beeld met basisinformatie, beeld met volledige informatie en beeld met live histogram. Je kunt de hoeveelheid zichtbare informatie aanpassen met de instellingen voor Weergave opname-informatie of Weergaveopties INFO-knop in het menu Instellingen van de camera.
Met het live histogram kun je de helderheid van de scène beoordelen en evalueren welke invloed de belichtingsinstellingen hebben, wat anders alleen zou kunnen door de afbeelding in de nabewerking te bekijken. Je kunt zien hoe de grafiek verandert wanneer je de belichtingsinstellingen aanpast, zodat je geen uitgebeten hooglichten of structuurloze schaduwen met clipping krijgt.
Als je camera een digitale waterpas heeft, kun je deze ook in de Live View-weergave van een spiegelreflexcamera of een systeemcamera weergeven. Soms kun je een waterpas in de zoeker van een spiegelreflexcamera weergeven.
In het menu Instellingen van de camera kun je ook een rasterweergave inschakelen. Deze kan worden ingesteld om een 3x3-, 6x4-, of 3x3 en diagonaal raster op het scherm te tonen wanneer de camera in Live View staat, en bij sommige spiegelreflexcamera’s in de zoeker. Dit is een handig visueel hulpmiddel waarmee je makkelijker voorwerpen in de scène kunt uitlijnen, een scheve horizon kunt voorkomen en mooie scènes kunt maken die voldoen aan het compositieprincipe van de regel van derden.
De knop voor scherptedieptecontrole, die op sommige EOS-spiegelreflexcamera’s aan de voorkant naast de lensvatting zit, is handig om te controleren welke delen van de scène scherp zijn bij de huidige scherpstellings- en diafragma-instellingen. Je kunt de knop zelfs samen met de vergrotingsfuncties gebruiken om een heel duidelijk beeld te krijgen van wat precies scherp is.
EVF- en LCD-helderheid
EOS-camera’s kunnen de helderheid van een elektronische zoeker en het LCD-scherm aan de achterkant automatisch aanpassen aan de omgevingsomstandigheden. In een bijzonder heldere of donkere omgeving kan het echter handig zijn om in de menu-opties handmatig een voor jou aangenaam niveau in te stellen. In felle zonneschijn is het vaak makkelijker om de zoeker te gebruiken, in plaats van het scherm aan de achterkant. Zelfs als je het beeld op het LCD-scherm kunt zien, kan het moeilijk zijn om de scherpstelling, belichting en compositie goed te beoordelen.
Overigens kun je de levensduur van de accu verlengen door de helderheid van het LCD-scherm en de vernieuwingsfrequentie van het scherm te verlagen op een camera die deze optie heeft, zoals EOS R System-camera’s. Denk er wel aan dat het aanpassen van de LCD- of EVF-helderheid geen invloed heeft op de helderheid van de opnamen die je maakt. Het is raadzaam om het histogram te gebruiken, zodat je zeker weet dat je de belichting van je foto’s goed kunt beoordelen.
Dioptrische aanpassingen
Of het nu een spiegelreflexcamera met een optische zoeker of een systeemcamera met een elektronische zoeker is, alle EOS-camera’s hebben een ingebouwd systeem voor dioptrische aanpassing, waarmee je de zoeker aan je eigen zicht kunt aanpassen. Idealiter is dit de eerste aanpassing die je doet wanneer je een nieuwe camera instelt. Het is een uitermate belangrijk proces om ervoor te zorgen dat zowel de informatie als het beeld dat in de zoeker wordt weergegeven, helemaal scherp is. Als de dioptrische instelling verkeerd is en je handmatig scherpstelt, wordt de foto waarschijnlijk niet scherp. Als je automatische scherpstelling gebruikt, krijgt de camera het onderwerp waarschijnlijk wel scherp, maar ziet het er voor jou onscherp uit in de zoeker. Bovendien is de informatieweergave dan natuurlijk onscherp.
Je ziet de compacte dioptrische regelaar makkelijk over het hoofd. Hij zit vlak bij de zoeker, maar de positie verschilt per cameramodel: hij kan onder het oculair zitten of aan de zijkant ervan.
Bij spiegelreflexcamera’s uit de EOS-1D- en EOS 5D-series moet je de rubberen oogschelp verwijderen om bij de regelaar te kunnen. Dit kun je het beste doen door met je duim en wijsvinger stevig in beide zijden van de oogschelp te knijpen en hem vervolgens voorzichtig naar boven te trekken. De oogschelp wordt met twee kleine grepen op zijn plaats gehouden. Als hij niet makkelijk loskomt, moet je misschien lager aan beide zijden van de oogschelp wat meer druk geven, voordat je de oogschelp omhoog trekt. Soms kun je de oogschelp van de zoeker halen door met een wijsvinger aan de onderkant van de oogschelp omhoog te duwen.
Als je de dioptrische regelaar goed bekijkt, zie je dat deze een middelpuntmarkering heeft die overeenkomt met een lijn op de camerabehuizing. Op dat punt is de aanpassing ingesteld op de standaard -1 dioptrie. Erboven en eronder staan plus- en min-indicatoren en het instelbereik ligt meestal tussen +1 tot -3 dioptrie.
De dioptrische instelling aanpassen
Canon raadt aan om de dioptrische aanpassingen te doen terwijl je je gewone bril draagt. Als je je camera echter liever zonder bril gebruikt, is het proces hetzelfde.
Verwijder het cameraobjectief en richt de camera op een heldere lichtbron met diffuus licht, zoals een raam op een bewolkte dag. Door het objectief te verwijderen, kun je je concentreren op de perfecte scherpstelling voor de zoekerweergave.
Bij een systeemcamera zie je de gebruikelijke EVF-informatieweergave, terwijl je bij een spiegelreflexcamera de zoekerweergave en het scherpstelscherm ziet, het oppervlak waarop de cameraspiegel het beeld projecteert dat je vastlegt.
Beweeg de dioptrische regelaar naar voren en naar achteren totdat de informatieweergave (en de markeringen op het scherm in het geval van een spiegelreflexcamera) het scherpst lijken. Het oog heeft een indrukwekkend vermogen om te compenseren voor onderwerpen die niet helemaal perfect scherp zijn, dus het kan de moeite waard zijn om het proces een paar keer te herhalen zodat de resultaten consistent zijn.
Plaats het objectief (en de oogschelp indien van toepassing) terug wanneer je de dioptrische aanpassing hebt voltooid, en controleer of het beeld in de zoeker helder en scherp is wanneer de camera automatisch scherpstelt.
Gerelateerde artikelen
Alles over autofocus (AF)
Lees meer over de autofocussystemen (AF) van Canon, hoe ze werken en welke AF-opties beschikbaar zijn.
Scherptediepte
Scherptediepte, het gedeelte van een opname dat zichtbaar scherp is, is een van de belangrijkste creatieve hulpmiddelen in fotografie. Hier vind je alles wat je moet weten.
Belichtingscompensatie
Dankzij de belichtingscompensatie kun je met je camera ook ongewoon heldere of donkere scènes verwerken. Ontdek hoe je deze functie gebruikt voor een betere belichting.
De histogrammen van je camera gebruiken
Leer hoe je de luminantie- en RBG-histogrammen van je camera leest en hoe je ze kunt gebruiken om je belichtingsinstellingen te bepalen.
Gerelateerde producten
-
EOS M50 Mark II
Creëer content van uitstekende kwaliteit voor je volgers en voeg je eigen creatieve flair toe, of het nou om foto's, video's of livestreams gaat -
EOS M6 Mark II
Een draagbare, krachtige systeemcamera met een resolutie van 32,5 Megapixel en continue opname tot 14 fps. -
EOS 90D
Een veelzijdige spiegelreflexcamera waarmee je dichter bij de actie komt, sneller foto's kunt maken en sublieme afbeeldingen van 32,5 Megapixel kunt vastleggen. -
EOS 850D
Til je creatieve controle naar een hoger niveau met een lichtgewicht en connected spiegelreflexcamera die inspireert en beloont. Maak mooie, gedetailleerde foto's en prachtige 4K-video's. -
EOS RP
Een compacte, lichtgewicht en intuïtieve full-frame systeemcamera ontworpen voor reizen en dagelijkse fotografie. -
EOS R6
Wat je ook vastlegt, hoe je het ook vastlegt, met de EOS R6 kun je creatief zijn op manieren die je nooit voor mogelijk had gehouden.