Nummering en naamgeving van bestanden

Digitale camera's van Canon slaan je fotobestanden op in mappen op de geheugenkaart(en) in de kaartsleuven van je camera. De bestanden en mappen worden automatisch genummerd om ze gemakkelijk te herkennen. De bestandsnummers beginnen met 0001 en lopen door tot en met 9999. Hierna wordt een nieuwe map geopend en begint de nummering weer bij 0001. De mappen krijgen nummers van 100 tot en met 999.

Bij digitale EOS-camera’s kun je kiezen tussen twee systemen voor het nummeren van bestanden: Continuous of Auto Reset. Welke je kiest hangt af van hoe je graag werkt, maar voor de meeste fotografen is Continuous de beste keuze.

Continuous numbering: zoals de naam al doet vermoeden, krijgt elke nieuwe foto een opeenvolgend nummer tussen de 0001 en 9999.

Als je een geheugenkaart uit je camera verwijdert en er een ongebruikte, geformatteerde kaart in stopt (of doelkaarten verwisselt), blijft de nummering doorlopen. Stel dat je map 100 gebruikte en het nummer van de laatste foto 0051 was. De camera maakt dan map 101 aan op de nieuwe kaart, waarbij de nummering van de foto's in deze map bij 0052 begint.

Het voordeel van dit systeem is dat elk bestand een uniek nummer heeft totdat je foto 9999 hebt bereikt. Dit kan problemen voorkomen wanneer je de foto's naar een map op je computer downloadt, maar het is mogelijk niet ideaal voor jouw uitrusting. Gebruik je bijvoorbeeld twee niet-professionele digitale EOS-camera's, dan krijg je meerdere bestanden met dezelfde bestandsnamen. De veiligste manier om hiermee om te gaan, is het wijzigen van namen per batch. Dit komt later aan bod.

Auto Reset: wanneer deze optie is geselecteerd, begint de camera elke keer dat je een nieuw geformatteerde kaart in de camera stopt weer met nummeren vanaf het begin (100 voor de map, 0001 voor het bestand). Dit betekent dat je telkens wanneer je van kaart wisselt, bestanden krijgt met dezelfde bestandsnamen. Ook hiervoor is de oplossing het wijzigen van namen per batch.

Als de geheugenkaart die je in de camera stopt al fotobestanden bevat, gaat de nummering zowel in de modus Continuous als in de modus Auto Reset verder vanaf het hoogste bestandsnummer op de kaart in plaats van dat op de camera zelf.

Professionele EOS-camera's hebben ook nog een derde nummeringssysteem, genaamd Manual Reset. Hiermee kun je een nieuwe map op de kaart creëren wanneer je dat wilt, dus niet alleen na 9999 foto's. Dit kan handig zijn wanneer je foto's die op verschillende momenten of van verschillende onderwerpen zijn gemaakt, van elkaar wilt scheiden.

Als je het map- en bestandsnummer wilt weten van de foto die je net hebt gemaakt, druk je op de weergaveknop en indien nodig de info-knop. De foto verschijnt op het LCD-scherm, met daarbij de twee nummers rechtsbovenin.

De namen die worden toegewezen aan fotobestanden variëren licht tussen de verschillende EOS-camera’s. Hier lees je welke namen je kunt tegenkomen en wat deze betekenen.


IMG_0001.JPG

JPG geeft aan dat de foto is opgeslagen in de JPEG-indeling. IMG is een afkorting van image (foto), en wordt gevolgd door een bestandsnummer van vier cijfers. Het hoogste bestandsnummer binnen een map is dus 9999. Hierna wordt een nieuwe map op de kaart aangemaakt, waarna de nummering weer van vooraf aan begint. Dat betekent dat je voorzichtig moet zijn als je bestanden uit meerdere mappen naar dezelfde locatie op je computer downloadt. Sommige bestanden kunnen immers dezelfde naam hebben. Om te voorkomen dat foto's per ongeluk worden overschreven, kun je de tool Rename in Canon's Digital Photo Professional-software (DPP) gebruiken. Zie hiervoor het gedeelte over het wijzigen van namen hieronder.


_MG_0001.JPG, _XXX0001.JPG

Een laag streepje (underscore) aan het begin van een JPEG-bestandsnaam geeft aan dat de foto werd gemaakt met gebruik van de Adobe RGB-kleurruimte. Wanneer de camera is ingesteld op sRGB, krijgt de bestandsnaam geen laag streepje. Dit gebeurt automatisch op elke camera waarop je de kleurruimte kunt selecteren. De rest van de bestandsnaam kan variëren. Zowel software als gebruikers kunnen hierdoor eenvoudig zien welke kleurruimte er werd gebruikt en de foto met het juiste kleurprofiel openen.


XXXX0001.JPG

Professionele digitale EOS-camera’s gebruiken een cameracode van vier karakters als voorvoegsel voor de bestandsnaam. Deze code is uniek voor de betreffende camera en wordt door Canon tijdens de productie ingesteld. Bij de nieuwere camera's – de EOS 5D Mark IV, de EOS-1D-serie en de EOS R5 – kan de fotograaf dit zelf aanpassen en zo vaak wijzigen als gewenst. Zo kun je bijvoorbeeld een aangepaste code gebruiken voor een bepaalde shoot, zoals 21NY voor je shoot in New York in 2021. Raadpleeg de camerahandleiding voor meer informatie. Let op: je kunt geen laag streepje instellen als eerste karakter, omdat dat is voorbehouden aan foto's die zijn gemaakt met Adobe RGB, zoals hierboven vermeld.


XXXL0001.JPG, XXXN0001.JPG, XXXM0001.JPG, XXXS0001.JPG, _XXL0001.JPG, _XXN0001.JPG, _XXM0001.JPG, _XXS0001.JPG

Een L, M, N of S in de bestandsnaam geeft aan dat de bestandsgrootte van de camera was ingesteld op L = Large, M = Medium1, N = Medium2, S = Small.


CRW_0001.CRW, XXXX0001.CR2, XXXX0001.CR3

Dit zijn de Canon RAW-bestanden voor foto's. EOS-camera’s vanaf 2018 gebruiken de nieuwere CR3-indeling.


XXXX0001.HIF

De HIF-extensie geeft aan dat de foto een HEIF-bestand (High Efficiency Image File Format) is. Dit is een nieuwere bestandsindeling met een efficiëntere bestandscompressie dan JPEG. Deze heeft 10-bits kleur in plaats van de 8-bits van een JPEG.


MVI_0000.MOV, XXXX0001.MP4

Dit zijn indelingen voor videobestanden. De meeste EOS-camera’s nemen op in de MP4-indeling. Camera’s die 4K-opnamen maken, kunnen verschillende indelingen gebruiken, waaronder .MXF of .MTS.


XXXX0001.CRM

Dit is de Canon RAW video-indeling, die veel meer mogelijkheden biedt voor aanpassingen en grading van de opnamen na het vastleggen ervan. Sommige camera’s gebruiken ook .RMF.

CRW_0001.THM, CR2_0001.THM

Wanneer je een foto in RAW maakt, creëert de camera ook een heel klein bestand dat de voorvertoning op het scherm aan de achterkant van de camera produceert. De kleine foto wordt een thumbnail genoemd, afgekort als THM.


MVI_0000.THM

Deze bestanden zijn de statische thumbnailafbeeldingen die horen bij sommige videobestanden.


XXXX0001.WAV

Sommige camera’s met een ingebouwde microfoon – zoals de EOS-1D-serie, EOS 5D Mark IV (met bijgewerkte firmware) en EOS R5 – kunnen tot 30 seconden aan commentaar opnemen, dat aan elke foto wordt gekoppeld. Het geluid wordt opgeslagen als een WAV-bestand (waveform audio) met precies dezelfde naam en precies hetzelfde nummer als de foto waar het bij hoort.

Je kunt ook een map met de naam CANONMSC tegenkomen, wat een afkorting is voor Canon Miscellaneous. Hierin vind je bestanden met een .CTG-extensie. Sluit deze map en doe er niets mee. Deze bestanden bevatten gegevens die helpen bij de opslag en het behoud van de fotobestanden op de geheugenkaart.

Wanneer een fotobestand naar je computer is overgezet, is het handig om dit op te slaan in een map met een naam die relevant is voor de foto's. Als je een serie portretfoto's hebt gemaakt, kun je ze bijvoorbeeld opslaan in een map met de naam van de persoon op de foto's en de datum van de fotosessie. De fotobestanden behouden hun gewone namen, zoals IMG2813.JPG.

Met Digital Photo Professional-software (DPP) van Canon is het heel gemakkelijk om in één keer de namen te wijzigen van een complete batch bestanden. Hieronder staat hoe dit werkt:

1. Selecteer in het hoofdmenu de foto's waarvan je de naam wilt wijzigen.
2. Ga naar het menu Tools en selecteer Start Rename tool.
3. Gebruik de keuzelijst voor de File name om de naamstructuur van je foto's in te stellen, met de mogelijkheid om je zelfbedachte naam in te voeren (User-selected string).
4. Gebruik de keuzelijst voor de Extension om aan te geven of je de huidige bestandsnaamextensie (hoofd- of kleine letter) wilt behouden of deze wilt wijzigen.
5. Selecteer je gewenste sorteervolgorde.
6. Als je een volgnummer in de bestandsnamen hebt opgenomen, stel je het eerste nummer in en vink je Save sequence number aan om DPP opdracht te geven om het laatste nummer dat het gebruikte te onthouden en vanaf daar in de toekomst te starten met hernummering.
7. Als de opnamedatum in de bestandsnaam staat, selecteer je de gewenste datumindeling.
8. Om JPEG's en RAW-bestanden die tegelijk werden gemaakt eenvoudig aan elkaar te kunnen koppelen, selecteer je Same file name for RAW+JPEG images.
9. Als je de foto's wilt kopiëren naar een andere map, klik je op het vakje Copy and Rename en vervolgens op Browse om de doelmap te selecteren.
10. Controleer of de balken onderin de juiste originelen weergeven. Wanneer je tevreden bent met de aangepaste bestandsnamen, klik op je op Execute om het wijzigen van de namen te starten.