Het diafragma van een objectief is simpel gezegd de opening waardoor het licht de camera binnenvalt. Hoe groter de opening, hoe meer licht de camerasensor kan bereiken, wat op zijn beurt van invloed is op de belichting van de foto.
Net zoals de pupil van een menselijk oog samentrekt bij fel licht en wijder wordt bij weinig licht, moet het diafragma kleiner of groter worden gemaakt voor de juiste belichting in verschillende lichtomstandigheden, zodat je een duidelijke foto krijgt die niet te donker of te vervaagd is. Dit kleiner en groter maken gebeurt via verschillende diafragmalamellen in het objectief die synchroon bewegen om de grootte van het diafragma aan te passen, tot het maximum waartoe het objectief mechanisch gezien in staat is (het getal in de naam van het objectief).
De diafragmalamellen spelen een rol bij de bokeh, de esthetische kwaliteit van de onscherpe gebieden in een foto. Het aantal lamellen kan aanzienlijk van invloed zijn op hoe vloeiend of zacht de bokeh eruitziet. Objectieven met meer lamellen geven over het algemeen een rondere, aantrekkelijkere bokeh. Je vindt het aantal lamellen in de specificaties van het objectief (bijvoorbeeld op de productpagina op de Canon-site).
- Groot diafragma versus klein diafragma
- De balans tussen diafragma en andere camera-instellingen: de belichtingsdriehoek
- Objectieven met een vast diafragma versus objectieven met een variabel diafragma
- Diafragma en scherpte
- Wat zijn f-stops en t-stops?