Door in je video's met tijd en beweging te spelen, kun je een wereld onthullen die normaal onzichtbaar blijft: een snelle actie vertragen of langere gebeurtenissen versnellen, zoals de zon die opkomt of wolken die door de lucht zweven. Hier vertelt de ervaren filmmaker Matthew Vandeputte over zijn technieken voor het maken van opnamen in het gehele tijdspectrum, van slow motion- tot timelapse- en hyperlapse-video's.
De sleutel tot al deze technieken is framerate. Die bepaalt de opname- en afspeelsnelheid voor videobeelden in frames per seconde (fps). De meest voorkomende, standaard opname- en afspeelsnelheden zijn 25 fps en 30 fps. Films zijn meestal 24 fps, dus 25 fps geeft meer een bioscoopeffect, terwijl 30 fps er scherper uitziet en vaak de voorkeur heeft om snel bewegende sporten en nieuws vast te leggen.
Wat je ook kiest, normaal gesproken moeten de framerates voor opnemen en afspelen overeenkomen. Om slow motion-beelden te produceren, moet je opnemen met een hogere framesnelheid. Als je bijvoorbeeld opneemt met 50 fps en die beelden afspeelt met 25 fps, wordt elke beweging op halve snelheid weergegeven.
Als je de tijd sneller wilt laten verlopen, moet je opnemen met een lagere framesnelheid. Door gedurende een langere periode 25 afzonderlijke frames op te nemen en deze vervolgens af te spelen met 25 fps, kun je minuten, uren en zelfs dagen comprimeren tot slechts één seconde aan video. Zo worden timelapse- en hyperlapse-video's gemaakt. Een hyperlapse-opname is een type timelapse-opname waarbij de camera beweegt. Timelapse-opnamen worden traditioneel gemaakt op een statief of cameraslider, zodat de camera op vrijwel precies dezelfde plek blijft, maar voor een hyperlapse-opname verplaats je de camera tussen de verschillende foto's.
TIME-LAPSE-FOTOGRAFIE
Neem de tijd in eigen hand – ontdek de mogelijkheden van slow motion-, timelapse- en hyperlapse-video
"Een timelapse-opname is een goede manier om een overzichtsopname of een inleidende opname te maken voor een nieuwe scène of een nieuwe locatie, zoals een panoramisch landschap of stadsgezicht", legt Matthew uit. "Een hyperlapse-opname is meer een special effect waarmee je de kijker meeneemt op reis. Zoals een regisseur ooit tegen me zei: het is als een vlucht door tijd en ruimte."
Matthew is een filmmaker en video-editor die zich specialiseert in het maken van indrukwekkende beelden die realtime- en slow motion-video combineren met opvallende timelapse- en hyperlapse-technieken. Zijn werk wordt commercieel gebruikt en kan worden gezien op Netflix, National Geographic en Discovery Channel.
"Tijdens mijn filmopleiding, ongeveer 11 geleden, zag ik online een astrofotografische timelapse-video die me gewoonweg overweldigde", vertelt hij. "Ik had toen een EOS 600D [inmiddels opgevolgd door de Canon EOS 850D] en ik realiseerde me dat ik daarmee ook de mogelijkheid had om timelapse-opnamen te maken. Die nacht maakte ik mijn eerste reeks en sindsdien ben ik er nooit meer mee gestopt."
Timelapse- en hyperlapse-techniek
Voor zowel timelapse- als hyperlapse-opnamen moeten er met regelmatige intervallen foto's worden gemaakt. Voor een timelapse-opname raadt Matthew aan om minimaal 300 foto's te maken, "want dat geeft je minstens 10 seconden aan video, of je die nu op 25 fps of 30 fps afspeelt".
Een aantal EOS-camera's, waaronder de Canon EOS R6 en EOS RP, hebben een ingebouwde intervaltimer die het proces voor je kan automatiseren, en ook een modus voor timelapse-video-opnamen die videoclips produceert die je rechtstreeks vanaf de camera kunt delen. Matthew slaat individuele foto's echter het liefst op als RAW-bestanden, omdat die hem tijdens de nabewerking meer opties bieden. Nadat hij zijn RAW-beelden heeft verwerkt, past hij digitale stabilisatie toe in Adobe After Effects* en voert hij de laatste bewerking uit in Adobe Premiere Pro*. Je kunt echter beginnen timelapse-opnamen te maken van een serie JPEG's in een softwarepakket, zoals het gratis programma iMovie op een Mac of MakeAVI op een pc.
Volgens Matthew zijn voor een hyperlapse-opname zoveel frames waarschijnlijk niet praktisch. "Als je 300 foto's maakt voor een hyperlapse-opname, kan het je uren kosten om steeds het statief te verplaatsen en elke opname opnieuw in te kaderen. En voor de meeste hyperlapse-clips heb je niet zo'n lange reeks nodig. Ik zou dus adviseren om in plaats daarvan minstens 120 opnamen te maken. Ik raad ook aan om elke foto handmatig te maken en tegelijkertijd te proberen het interval tussen de opnamen te handhaven. Als je afhankelijk bent van automatische intervalopnamen en je aan het eind van een interval nog niet klaar bent met het in beeld te brengen van een scène, moet je misschien opnieuw beginnen."
De snelheid van de beweging die je wilt vastleggen in een timelapse- of hyperlapse-opname bepaalt het interval dat je tussen de afzonderlijke foto's moet hanteren. Voor snelle onderwerpen kunnen korte intervallen van een paar seconden nodig zijn, terwijl je voor langzaam bewegende onderwerpen, zoals een groeiende bloem of rottend fruit, intervallen van een paar minuten moet gebruiken.
Timelapse- en hyperlapse-opnamen maken
Als je een close-upopname maakt gedurende een lange tijd, moet je een kunstmatige lichtbron overwegen om ervoor te zorgen dat de lichtomstandigheden niet te sterk veranderen. In landschappen en stadsgezichten is het licht dat in de loop der tijd verandert waarschijnlijk juist een belangrijk fenomeen in je beeldmateriaal. Voor beide technieken is een statief essentieel, want als de camera tussen de opnamen beweegt, lijken stilstaande voorwerpen storend te 'flikkeren' en zullen bewegende voorwerpen onnatuurlijk over het scherm springen. Voor een effectieve hyperlapse-opname moet de camera soepel lijken te bewegen, zonder schokken.
"Voor een hyperlapse-opname heb je drie elementen nodig", zegt Matthew. "Natuurlijk heb je een onderwerp nodig, en ook een spoor of pad dat je wilt volgen. Dit kan in de richting van het onderwerp, van het onderwerp af, zijwaarts of in een cirkel eromheen lopen. En het derde dat je nodig hebt, is een ankerpunt dat je in elke foto op precies dezelfde plek kunt houden." Door in de scène één punt te kiezen dat je op alle frames in dezelfde positie houdt, lijkt de camerabeweging rond dit punt te draaien, zodat die vloeiend overkomt in plaats van schokkerig. Matthew stelt voor om het ankerpunt in elke opname met hetzelfde AF-punt te markeren om het op dezelfde positie te houden, of om hiervoor de rasteroverlay van je camera in te schakelen.
Je kunt een timelapse-opname maken van een close-up (bijvoorbeeld om vast te leggen hoe een bloem zich opent) of van kilometers afstand (zoals een panoramisch zicht op wolken die over een landschap rollen). Je kunt elke lens gebruiken die geschikt is voor de scène, maar voor zijn werk is Matthews favoriete lens de Canon EF 24-70mm f/4L IS USM en voor EOS R System-camera's de Canon RF 24-70mm F2.8L IS USM of Canon RF 24-105mm F4-7.1 IS STM, omdat het bereik van de brandpuntsafstanden ideaal is voor de verschillende onderwerpen die hij fotografeert. Voor hyperlapse-opnamen adviseert hij nooit opnamen te maken met een grotere hoek dan 24 mm, vanwege het risico op perspectiefvervorming die ultrabrede lenzen aan de randen van het frame kunnen produceren. "Als je bijvoorbeeld opnamen maakt met 16 mm en de kadrering tussen twee foto's een paar centimeter verschilt, kun je de verschuiving in het perspectief aan de randen in de nabewerking niet corrigeren."
Slow motion-techniek
"Timelapse- en slow motion-video's bevinden zich aan tegenovergestelde uiteinden van het tijdspectrum", zegt Matthew. "Een timelapse-opname versnelt gebeurtenissen en slow motion vertraagt." Dit maakt slow motion ideaal voor het bekijken van snelle acties die normaal gesproken al voorbij zijn voordat je ervan kunt genieten.
In veel opzichten zijn slow motion-opnamen gemakkelijker te maken dan timelapse-opnamen. Elke camera in de huidige Canon EOS- en PowerShot-series (behalve de PowerShot ZOOM) kan video-opnamen maken met snellere framerates. De snelste zijn echter meestal alleen beschikbaar als je opneemt met een lagere videoresolutie. De EOS R6 biedt bijvoorbeeld 50 fps en 60 fps bij 4K, of 100 fps en 120 fps bij Full HD.
Je hoeft niet met een exacte veelvoud van je uitvoerframerate op te nemen. Je kunt bijvoorbeeld opnamen maken met 120 fps, als dat kan met je camera, en die in de nabewerking vertragen tot 25 fps. Hoe hoger de framerate bij het opnemen, hoe langzamer de beelden overkomen wanneer je die met normale snelheid terugspeelt.
Sluitertijd gebruiken
De sluitertijd is normaal gesproken een van de manieren waarmee je de belichting regelt, maar bepaalt ook hoe bewegende voorwerpen in het beeld worden weergegeven. Matthew waarschuwt dat bij het gebruik van snelle sluitertijden in een timelapse- of hyperlapse-opname alle bewegingen worden bevroren, waardoor elk frame superscherp is. Dit leidt tot schokkerige bewegingen wanneer de frames als video worden afgespeeld. "Door een langere sluitertijd te gebruiken om bewegende elementen te vervagen, zoals passerende auto's en personen, krijg je het ware woweffect."
Hoe bepaal je de juiste sluitertijd? "Er is een richtlijn die de 180-gradenregel heet", legt Matthew uit. "Die houdt in dat de sluitertijd voor videoclips het omgekeerde moet zijn van de dubbele framerate. Dus als je opnamen maakt met 25 fps, moet je sluitertijd 1/50 seconde zijn. Dit zorgt voor de mooiste bewegingsonscherpte en de meest filmische beelden. Ik volg deze richtlijn nog steeds bij het maken van slow motion-opnamen met hogere framerates. Zo gebruik ik een sluitertijd van 1/200 seconde wanneer ik opnamen maak met 100 fps."
Zelfs als hij een reeks foto's maakt met een veel lagere framerate voor een timelapse- of hyperlapse-opname, houdt Matthew zich aan de 180-gradenregel, maar wel tot op zekere hoogte. "Als je een interval van vier seconden tussen de opnamen hebt, wat heel gebruikelijk is voor wolken, zou je elke foto twee seconden moeten belichten. Als je intervallen nog langer zijn en zelfs minuten duren, hoef je geen rekening te houden met de regel. Maar ik raad je wel aan om altijd opnamen met langere sluitertijden te maken en een statief te gebruiken."
Bij langere sluitertijden moet je mogelijk andere middelen inzetten om de belichting te regelen. Daarom maakt Matthew gebruik van een ND-filter om de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt te verminderen. "Als je overdag opnamen maakt, heb je een zeer sterk ND-filter op de lens nodig om bij een langere sluitertijd een goede belichting te krijgen", zegt hij.
Je hebt nu alle tools om tijd en beweging op een creatieve nieuwe manier vast te leggen, dus waarom zou je de volgende keer dat je opnamen maakt geen slow motion, timelapse- of hyperlapse-film proberen?
Geschreven door Marcus Hawkins
*Adobe, Adobe Premiere en After Effects zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Gerelateerde producten
-
Systeemcamera's
EOS R6
Wat je ook vastlegt, hoe je het ook vastlegt, met de EOS R6 kun je creatief zijn op manieren die je nooit voor mogelijk had gehouden. -
Systeemcamera's
EOS RP
Een compacte, lichtgewicht en intuïtieve full-frame systeemcamera ontworpen voor reizen en dagelijkse fotografie. -
RF-lenzen
RF 24-105mm F4-7.1 IS STM
De ideale lens voor liefhebbers van full-frame systeemcamera's, perfect voor dagelijks gebruik. De RF 24-105mm F4-7.1 IS STM is eenvoudig in gebruik en is licht, compact en klaar om je fotografie naar een hoger niveau te tillen. -
RF-lenzen
RF 24-70mm F2.8L IS USM
Geef je fotografie met full-frame systeemcamera's een professionele uitstraling dankzij een 24-70 mm zoom met een snel diafragma en 5-stops beeldstabilisatie. -
Lenzen voor spiegelreflexcamera's
EF 24-70mm f/4L IS USM
Een compacte zoomlens uit de L-serie met een f/4-diafragma en Image Stabilizer, geweldig voor op reis en algemeen gebruik.